Oefenen woordenschat

Illustreren
A
Laten zien
B
opvatten
C
uitleg geven
D
in zich hebben
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Illustreren
A
Laten zien
B
opvatten
C
uitleg geven
D
in zich hebben

Slide 1 - Quizvraag

Maak een zin waaruit blijkt wat het woord prognose betekent

Slide 2 - Open vraag

deskundig
A
handig
B
als je slim bent
C
lui
D
als je veel over iets weet

Slide 3 - Quizvraag

Maak een zin waaruit blijkt wat het woord floppen betekent

Slide 4 - Open vraag

beredeneren
A
uitleggen
B
informatie opzoeken
C
een logische reden geven
D
van toepassing zijn

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor imiteren
A
irriteren
B
nadoen
C
onder controle houden
D
opvatten

Slide 6 - Quizvraag

Aantonen
A
duidelijk maken
B
in zich hebben
C
bewijzen
D
laten zien

Slide 7 - Quizvraag

interpreteren
A
opvatten
B
bevatten
C
uitleggen
D
vaststellen

Slide 8 - Quizvraag

Maak een zin waaruit blijkt wat het woord waarneming betekent

Slide 9 - Open vraag

beredeneren
A
duidelijk maken
B
goed bekijken
C
een logische reden geven
D
betekenen

Slide 10 - Quizvraag