oefenen met soortelijke warmte
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de symbolen van de grootheden en eenheden in het juiste vak.
soortelijke warmte
vermogen
temperatuur
warmte
massa
energie
c
P
T
Q
m
E
W
g
K
J
J/(kg.)
Slide 2 - Sleepvraag
11 goed 4 pnt
10 goed 3 pnt
9 goed 2 pnt
8 goed 1 pnt
7 of minder goed 0 pnt
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een verwarmingselement in een waterkoker verwarmt gedurende 10 min een hoeveelheid water. Het vermogen van het element is 70 W.
Bereken de hoeveelheid warmte (energie) die door het verwarmingselement is geproduceerd.
Noteer de gehele berekening.
Bereken de hoeveelheid warmte (energie) die door het verwarmingselement is geproduceerd.
Noteer de gehele berekening.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Karel verwarmt 300 mL water van 15 °C tot 100 °C.
De soortelijke warmte van water is 4180 J/(kg·K).
Bereken hoeveel warmte het water daarbij opneemt.
Noteer je gehele berekening.
De soortelijke warmte van water is 4180 J/(kg·K).
Bereken hoeveel warmte het water daarbij opneemt.
Noteer je gehele berekening.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een verwarmingselement produceert 42 000 J warmte. Daardoor wordt een hoeveelheid water van 15 °C verwarmd tot het kookt. De soortelijke warmte van water = 4180 J/(kg. K). Bereken de massa van deze hoeveelheid water.
Noteer de gehele berekening
Noteer de gehele berekening
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
