KB2 H5 Oefensommen brutowinstopslag
en brutoverkoopprijs (consumentenprijs)
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.
De inkoopprijs van een voetbal is € 45,00.
De brutowinstopslag is 30%
Bereken de verkoopprijs exclusief Btw.
Brutowinstopslag = 30:100 x € 45,00 = € 13,50
Netto-verkoopprijs = € 45,00 + € 13,50 = € 58,50
De inkoopprijs wordt € 22,00 = € 3,00 = € 25,00
Brutowinstopslag = 80: 100 x € 25,00 = € 20,00
Verkoopprijs = € 25 + € 20 = € 50,00
Johan heeft een fietshelm gekocht voor € 33,00.
De winkelier heeft de fietshelm ingekocht voor € 26,40
A) Bereken de brutowinstopslag
B) Bereken het brutowinstpercentage
Brutowinstopslag = € 33,00 - € 26,40 = € 6,60
Brutowinstopslagpercentage = € 6,60 : € 26,40 x 100% = 25%
Johan heeft een fietsband gekocht voor € 28,52.
De winkelier heeft de fietshelm ingekocht voor € 23,00
B) Bereken de brutowinst als percentage van de inkoopprijs
Brutowinstopslag = € 28,52 - € 23,00 = € 5,52
Brutowinstopslagpercentage = € 5,52 : € 23,00 x 100% = 24%
Johan heeft een scooter gekocht voor € 3640,00
De scooter heeft een brutowinstopslag van € 1.040
A) Bereken de inkoopprijs
inkoopprijs = verkoopprijs - brutowinstopslag = € 3.640 - €2.600 = € 1.040
Brutowinstopslagpercentage = € 1.040 : € 2.600 x 100% = 40 %
De sate verkoper heeft op de markt 400 porties sate verkocht.
Een portie sate kost € 3,50.
Bereken de omzet
Omzet = afzet x verkoopprijs
Omzet = 400 porties x € 3,50 = € 1.400
De ijsverkoper heeft op de markt 500 bolletjes ijs verkocht.
Een bolletje ijs kost € 0,90.
A) Hoeveel is de afzet?
B) Bereken de omzet
Afzet = 500 bolletjes ijs
Omzet = 500 porties x € 0,90 = € 450,00
Bakjes aarbeien worden verkocht per doos van 250 gram.
De omzet was € 750,00
Afgelopen zaterdag werden 300 dozen aarbeien verkocht.
B) Bereken de verkoopprijs
Afzet = 300 dozen aarbeieen
verkoopprijs = omzet : afzet
Verkoopprijs - € 750 : 300 = € 2,50
De worstenkraam verkocht afgelopen zaterdag 1.200 worsten.
De omzet was € 2.160,00
Afzet = 1.200 worsten
Verkoopprijs - €2.160 : 1.200= € 1,80