Herhaling klas 2 VMBO PWW

Herhaling Leerstof: 'Een Duurzaam Huis'
Klas 2 vmbo - Voorbereiding PWW 1
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Leerstof: 'Een Duurzaam Huis'
Klas 2 vmbo - Voorbereiding PWW 1

Slide 1 - Tekstslide

Bij het bouwen van de kabouterkamer hebben we verschillende stappen doorlopen.

1. Opdracht van de opdrachtgever gekregen -> brainstormen 
2. Eisen + oplossingen bedenken 
3. Schetsen
4. Technische tekening 
5. Ontwerp bouwen 

Slide 2 - Tekstslide

De techniekvaardigheden kwamen veel terug in het bouwen van de kabouterkamer. Op de website zijn deze terug te vinden in de presentatie op de pagina van 'Techniekvaardigheden'

Slide 3 - Tekstslide

Check vragen - Wat kun jij vertellen over...
  • Onderzoek-/Ontwerpproces
  • Stappen doorlopen bij het bouwen van een huis 
  • Techniekvaardigheden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Met het milieu bedoelen we alle natuur. 



Dus: de omgeving waarin mensen, planten en dieren leven. 

Duurzaamheid is het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie (3P's) om de aarde niet uit te putten. 

Slide 6 - Tekstslide

Primaire levensbehoefte =
- Water, zuurstof en voedsel
(wat nodig is om te overleven) 

Secundaire levensbehoefte =
- Producten die het leven prettiger/makkelijker maken. (bijv. een tv, auto of telefoon) 


Alle producten die je gebruikt hebben invloed op het milieu. 

Slide 7 - Tekstslide

De kringloop zorgt ervoor dat de levensduur van goederen met minstens de helft wordt verlengd en werkt op die manier mee aan een duurzame samenleving. 
Hergebruiken = Belangrijk, zo zijn er minder grondstoffen nodig + bespaar je op CO2 uitstoot
Kringlopen

Slide 8 - Tekstslide

3 P's
Duurzaamheid gaat om evenwicht tussen de mens, planeet en winst. Wanneer er geen evenwicht is, zullen de andere delen hieronder lijden.




Bijvoorbeeld: Als een bedrijf winst maakt, maar daarbij wordt er veel CO2 uitgestoten en er zijn slechte arbeidsomstandigheden. Dit is niet duurzaam, aangezien de Planet en People onder de Profit lijden.

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen van niet duurzaam handelen

Slide 10 - Tekstslide

Check vragen - Wat kun jij nu vertellen over...
  • Milieu
  • Invloed van de consument op het milieu
  • Belang van hergebruiken
  • Primaire- en Secundaire levensbehoeften
  • Duurzaamheid & de 3 P's

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Check vragen - Wat kun jij vertellen over...
  • Constructies
  • Zelfde vorm OF zelfde functie bij constructies (voorbeelden) 
  • Maten omrekenen  
  • Schaal 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Warmtetransport
Warmtetransport = Verplaatsen van warmte 

Dit kan op 3 manieren:
  1. Straling (zonder tussenstof)
  2. Stroming  (vaak door water of lucht)
  3. Geleiding (door geleidende materialen)



Slide 19 - Tekstslide

Welke vorm van warmtetransport zie je bij 1 t/m 3?

Slide 20 - Tekstslide

1 = stroming, 2 = geleiding, 3 = straling

Slide 21 - Tekstslide

CV-ketel
CV = Centrale verwarming

Bestaat uit deze onderdelen:
  • radiator
  • warm/koude leidingen
  • thermostaat
  • ketel
  • pomp
  • expansievat



Slide 22 - Tekstslide

Isoleren
Isolator = Slechte warmtegeleider 
Isoleren = Warmte binnenhouden 

Warmte verlies kun je tegengaan door:
  • Straling -> Terugkaatsen met bijv. folie
  • Stroming -> Gaten en Kieren dichtmaken
  • Geleiding -> Isolatoren gebruiken (slecht geleidende materialen)

Slide 23 - Tekstslide

Duurzaam verwarmen
In een CV ketel wordt aardgas verbrand. 

Daarbij komt CO2 vrij. 

Duurzame manieren van verwarmen zijn beter voor het milieu doordat deze minder CO2 produceren. 

Slide 24 - Tekstslide

Check vragen - Wat kun jij vertellen over...
  • Warmtetransport
  • Stroming
  • Straling
  • Geleiding
  • Geleiders / isolatoren
  • Isoleren (warmte binnenhouden) + manieren van
  • Centrale Verwarming + onderdelen
  • Duurzaam verwarmen 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen: kenmerken van een stof, zijn altijd hetzelfde ook als je de hoeveelheid verandert. 
(Stoffen herken je dus aan de stofeigenschappen)

Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:

  • Fase
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak

Doorzichtigheid
Giftigheid











Slide 27 - Tekstslide

Fasen
Stoffen kunnen in 3 fasen voorkomen:
1. Gasvormig 
2. Vloeibaar
3. Vast 
Als een stof van één fase overgaat naar een andere, dan spreken we van een faseovergang

Slide 28 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Hout, Metaal, Beton, Kunststof
Materiaal
Voordelen
Nadelen
Stofeigenschappen
Hout
Makkelijk te bewerken
beschermen tegen weersomstandigheden
is een natuurproduct 
Vaste fase
Bruin
Brandbaar
Metaal
Heel stevig 
geleid goed warmte/stroom
Vaste fase
Hardheid (groot) 
Geleid goed 

Beton
Sterk materiaal 
Heel zwaar, veel gewicht op een constructie
Vaste fase (na uitharden)
Grijs
Kunststof 
Makkelijk te bewerken en geleid slecht warmte/stroom
Gemaakt van aardolie, schadelijk voor het milieu
Vaste fase
Geleid slecht 

Slide 29 - Tekstslide

Duurzame materialen kiezen...
De 3 P's moeten in evenwicht zijn! 

TIPS:
- Bekijk de herkomst van het product / materiaal
- Koop lokaal! 
- Bekijk de CO2 uitstoot (productie / vervoer) 
- Arbeidsomstandigheden 
- Gaat het lang mee? 

Slide 30 - Tekstslide

Check vragen - Wat kun jij vertellen over...
  • Stofeigenschappen
  • Fasen
  • Faseovergangen 
  • Voorkomende eigenschappen; hout, metaal, kunststof, beton
  • Hoe maak je duurzame keuzes voor materialen?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Elektronen
Als ergens elektriciteit doorheen loopt betekent dit, dat er elektronen door kabels en apparaten stromen. Deze dragen een elektrische lading met zich mee. 


-> Elektronen zijn hele kleine energiepakketjes.



Slide 33 - Tekstslide

Stroomkringen

Slide 34 - Tekstslide

vermogen = hoeveel elektrische energie een apparaat in een seconde gebruikt. 
Het vermogen druk je uit in Watt (W).


stroomsterkte = hoeveelheid elektronen. Stroomsterkte heeft de eenheid Ampère (A).

spanning = hoeveel energie de elektronen hebben. Spanning heeft de eenheid Volt (V). 

Slide 35 - Tekstslide

Vraag:
Waarom is de binnenkant van een snoer van koper en de buitenkant van kunststof?
Hoe kun je stroom besparen?
- vervang oude apparaten 
- zet apparaten uit
- zet lampen uit
- ledlampen
- waslijn i.p.v. droger

Slide 36 - Tekstslide

Antwoord: 
- Koper is een metaal, metalen geleiden goed stroom. 
- Kunststof is een isolator, deze geleid slecht. 
Door het metaal kan de stroom vervoerd worden en door het kunststof kun je het snoer veilig aanraken zonder een schok te krijgen. 
Vraag:
Waarom is de binnenkant van een snoer van koper en de buitenkant van kunststof?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Check vragen - Wat kun jij vertellen over...
  • Elektronen
  • Stroomkringen
  • Schakelaar
  • Batterij
  • Vermogen
  • Schakeling tekenen

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Energiebronnen
Fossiele brandstoffen = grijze stroom
-> CO2 komt vrij en draagt bij aan de opwarming van de aarde

Groene of duurzame stroom = milieuvriendelijke 
opgewekt. Schone, onuitputtelijke bronnen (geef OF minder CO2 uitstoot)

Slide 41 - Tekstslide

Broeikaseffect
CO2 is een broeikasgas: het houdt warmte vast. 

Gassen in de dampkring houden warmte vast. Dit wordt het natuurlijk broeikaseffect genoemd. 

Het natuurlijke broeikaseffect is versterkt: het versterkte broeikaseffect. Hierbij ligt de oorzaak bij de mens. -> gevolg = opwarming aarde

Slide 42 - Tekstslide

gevolgen klimaatverandering:

Slide 43 - Tekstslide

- Je verklaart hoe jij als consument invloed hebt op je omgeving.
- Je beschrijft hoe je duurzaam kan omgaan met je water en voedsel (people & planet).

  • Wat is het belang van duurzame voedselindustrie/waterverbruik?
  • Welke impact heb jij als consument?
  • Hoe zou je kunnen verduurzamen?

Slide 44 - Tekstslide

Check vragen - Wat kun jij vertellen over...
  • Grijze stroom 
  • Fossiele brandstoffen
  • Groene stroom
  • Broeikaseffect
  • Versterkt broeikaseffect 
  • Klimaatverandering 

Slide 45 - Tekstslide

Biodiversiteit
Een bepaald gebied met alle dieren en planten en omgevingsfactoren noem je een ecosysteem. 

De soortenrijkdom, dus de hoeveelheid verschillende soorten planten en dieren, noem je de biodiversiteit. 

De verschillende soorten op aarde houden de natuur in balans. Samen vormen ze een levende en productieve natuur.

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Check vragen - Wat kun jij vertellen over...
  • Voedselindustrie 
  • Water
  • Biodiversiteit 
  • Impact consument (water/voedsel) 
  • Duurzame tips 

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide