les 6 H3.2 zouten

NOVA 3HAVO  les 6
Hoofdstuk 3.2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

NOVA 3HAVO  les 6
Hoofdstuk 3.2

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken HW-opgaven
  • opgaven 2, 3, 5 en 7 (blz 138-139) 

Slide 2 - Tekstslide

opgave 2
Alle metalen hebben een aantal overeenkomstige stofeigenschappen.
Noteer drie stofeigenschappen die alle metalen gemeen hebben.

Slide 3 - Tekstslide

antwoord opgave 2
Ze hebben een glanzend oppervlak als ze gepolijst zijn.
• Ze geleiden warmte goed.
• Ze geleiden elektrische stroom goed.
• Ze zijn buigzaam en bij hoge temperatuur goed vervormbaar.


Slide 4 - Tekstslide

opgave 3
Metalen kun je indelen naar edelheid: je spreekt van edele en onedele metalen.
a Wat zijn onedele metalen?
b Geef drie voorbeelden van edelmetalen.
c Hoe wordt de aantasting van metalen door stoffen uit de lucht genoemd?
d Hoe wordt de aantasting van ijzer door stoffen uit de lucht genoemd?



Slide 5 - Tekstslide

antwoord opgave 3
a Onedele metalen zijn metalen die gemakkelijk met water en zuurstof reageren.
b goud, zilver en platina
c corrosie
d roest



Slide 6 - Tekstslide

opgave 5
Naast zuivere metalen worden vaak legeringen toegepast.
a Wat is een legering?

b Leg uit waarom legeringen worden gemaakt.





Slide 7 - Tekstslide

antwoord opgave 5
a Een legering is een samengesmolten mengsel van verschillende metalen.

b Legeringen zijn vaak harder en sterker dan zuivere metalen.




Slide 8 - Tekstslide

opgave 7
Rappers dragen vaak glimmende sieraden. Sieraden worden gemaakt van edelmetalen.
a Leg uit waarom edelmetalen zo geschikt zijn voor het maken van sieraden.

b Gouden ringen zijn vaak gemaakt van legeringen.
Leg uit met behulp van een tekening op microniveau waarom zuiver goud zachter is dan een legering van goud met zilver. Zilveratomen zijn kleiner dan goudatomen.
 





Slide 9 - Tekstslide

antwoord opgave 7
a Edelmetalen reageren niet met water en zuurstof uit de lucht en blijven dus glimmen.

b Als je op een mengsel van goud en zilver drukt met een kracht, kunnen de lagen atomen niet langs elkaar heen glijden doordat de atomen een verschillende grootte hebben. Het mengsel is harder geworden. Zuiver goud is dus zachter.



Slide 10 - Tekstslide

Na afloop van deze les
  • weet je wat ionen zijn
  • kun je op microniveau uitleggen:
     --> waarom zouten een hoog smeltpunt hebben
     --> in vaste toestand geen stroom geleiden
     --> in gesmolten toestand of opgelost in water
             wel stroom geleiden

Slide 11 - Tekstslide

metaalatomen
niet-metaalatomen
metaalatomen
metaalatomen
niet-metaalatomen
niet-metaalatomen

Slide 12 - Sleepvraag

Zouten zijn opgebouwd uit
voorkennis
A
metaal atomen en niet-metaal atomen
B
metaal atomen
C
niet-metaal atomen
D
moleculen

Slide 13 - Quizvraag

Aan het soort atomen herken je welk soort stof het is

Slide 14 - Tekstslide

Sleep de formules van zouten naar de afbeelding van zoutwinning. Gebruik het Periodiek Systeem

NaCl
HCl
H2S
P2O5
CaO
CO2
Fe2O3
SO3
BaF2
ZnS
SnCl2
K2O

Slide 15 - Sleepvraag

de metaal- en niet-metaalatomen vormen ionen:
- een metaalion heeft een positieve lading
- een niet-metaalion heeft een negatieve lading

zouten bestaan dus uit geladen deeltjes: ionen
Na+  en Cl-
NOTEER & LEER

Slide 16 - Tekstslide

Eigenschappen van zouten
MACRO niveau                                             MICRO niveau
hoog smeltpunt                                         
NOTEER & LEER

Slide 17 - Tekstslide

Ionbinding
  • aantrekkingskracht tussen  +  (=positief) ionen en
     -  (=negatief) ionen
  • erg sterk
  • het kost veel energie om binding te verbreken
ionrooster

Slide 18 - Tekstslide

Eigenschappen van zouten
MACRO niveau                                             MICRO niveau
hoog smeltpunt                                         ionbinding is erg sterk

geleiding
elektrische stroom
NOTEER & LEER

Slide 19 - Tekstslide

Elektrische geleidbaarheid
Een vast zout geleidt de stroom niet
Een gesmolten zout geleidt de stroom wel
Een opgelost zout geleidt de stroom wel
  
--> wat is nodig voor het geleiden van elektrische stroom?
herhaling 

Slide 20 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje

welke deeltjes zorgen hier voor de geleiding van
 elektrische stroom?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Stroomgeleiding door gesmolten zout op microniveau: 
De min-pool trekt ................................. aan. Deze zijn dus ................................ geladen
De plus-pool trekt ............................... aan. Deze zijn dus ................................. geladen
Stroomgeleiding door een gesmolten zout vindt plaats door
vrij bewegende ............................
positief
natriumionen
negatief
chloride ionen
natriumatomen
chlooratomen
elektronen
ionen

Slide 23 - Sleepvraag

Op de volgende dia staat hoe je dit moet noteren in de tabel in je schrift

Slide 24 - Tekstslide

Eigenschappen van zouten
MACRO niveau                                             MICRO niveau
hoog smeltpunt                                         ionbinding is erg sterk

geleiding elektrische stroom 
vast zout: niet                                             ionen kunnen niet bewegen 
gesmolten/opgelost zout: wel           ionen kunnen wel bewegen
NOTEER & LEER

Slide 25 - Tekstslide

Elektrische geleidbaarheid 
  • Bij metalen: beweging van vrije elektronen door metaalrooster heen. Kan altijd.

  • Bij zouten: beweging van ionen. Kan alleen in oplossing of gesmolten toestand.

NOTEER & LEER

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelencheck
  • weet je wat ionen zijn?
  • kun je op microniveau uitleggen:
     --> waarom zouten een hoog smeltpunt hebben?
     --> in vaste toestand geen stroom geleiden?
     --> in gesmolten toestand of opgelost in water
             wel stroom geleiden?

Slide 27 - Tekstslide


Beheers je deze leerdoelen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll


Na deze les, 
wil ik...
extra uitleg
oefeningen gaan maken
de leerstof thuis nog even bekijken
nog meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 29 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 30 - Open vraag

Huiswerk
Leer de betekenis van de blauwe woorden van H3.2
Controleer of je de leerdoelen (blz 132) in eigen woorden kunt uitleggen

Maak opdracht 4 en 6 in je schrift/boek
--> op de volgende dia staat een linkje naar een applet waarmee je atomen kunt bouwen --> vraag de docent om de opdracht

Slide 31 - Tekstslide

Applet - Bouw een atoom
Op de volgende dia kun je een applet starten om te oefenen met het bouwen van atomen en ionen.

Als de applet niet werkt, voer dan de volgende stappen uit:
1. Klik links van het webadres op het hangslot of op info.
2. Klik onderaan op site-instellingen.
3. Klik op het nieuwe tabblad rechts van 'Flash' op  > Toestaan.
4. Ga terug naar de site en laad de pagina opnieuw en
    klik op de pijl in de applet.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link