In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Verwijswoorden
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn verwijswoorden?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Video
De man klimt. Hij draagt een veiligheidsgordel, Die hem beschermt tegen het vallen. Zijn helm geeft hem extra bescherming. Deze beschermingsmiddelen zijn noodzakelijk bij het klimmen. Waar verwijst "hem" in regel 3 naar?
A
hij
B
de man
C
een veiligheidsgordel
D
beschermingsmiddelen
Slide 4 - Quizvraag
De man klimt. Hij draagt een veiligheidsgordel, Die hem beschermt tegen het vallen. Zijn helm geeft hem extra bescherming. Deze beschermingsmiddelen zijn noodzakelijk bij het klimmen. Waar verwijst "deze" in de laatste regel naar?