gram h3: verwijswoorden



SO werkwoordspelling van week 7 wordt verplaatst of samengevoegd met het proefwerk van de toetsweek.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les



SO werkwoordspelling van week 7 wordt verplaatst of samengevoegd met het proefwerk van de toetsweek.

Slide 1 - Tekstslide

Verwijswoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn verwijswoorden?

Slide 3 - Open vraag

Noem eens een paar
verwijswoorden!

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

1. De man klimt.
2. Hij draagt een veiligheidsgordel,
3. Die hem beschermt tegen het vallen.
4.Zijn helm geeft hem extra bescherming.
5.Deze beschermingsmiddelen zijn noodzakelijk bij het klimmen.
Waar verwijst "hem" in regel 3 naar?
A
hij
B
de man
C
een veiligheidsgordel
D
beschermingsmiddelen

Slide 6 - Quizvraag

De man klimt.
Hij draagt een veiligheidsgordel,
Die hem beschermt tegen het vallen.
Zijn helm geeft hem extra bescherming.
Deze beschermingsmiddelen zijn noodzakelijk bij het klimmen.
Waar verwijst "deze" in de laatste regel naar?
A
hij
B
de men + hem
C
een veiligheidsgordel + zijn helm
D
beschermingsmiddelen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Mannelijk/vrouwelijk
personen: wolvin (v), marktkoopman (m)

uitgangen vrouwelijk:
- heid                   - ing               - te               - teit
- nis                      - de                - ij                 - uur
- st                        - ie                  - iek
- schap               - ij                   - theek

Slide 9 - Tekstslide

Mannelijk 
vrouwelijk
onzijdig
de man
de gevangenis
Davide
wetenschap
Maurice
de stier
het huis

Slide 10 - Sleepvraag

Maak opdracht 2
grammatica h3: verwijzen

Daarna bespreken.
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk


- opdracht 1, 2 (rest), 3, 7 van gram h3: verwijzen

Slide 12 - Tekstslide

Ik snap verwijswoorden en kan ze toepassen.
A
eens
B
oneens

Slide 13 - Quizvraag

Hoe vind je dat je gewerkt hebt deze les?

Slide 14 - Open vraag