WEBB - 1.9 t/m 1.17

Welkom
4 havo ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 havo ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

TW= TO-TK
TK= VK + CK

Slide 2 - Tekstslide

Break even
1) Waar maakt dit bedrijf verlies?

Slide 3 - Tekstslide

Break even
Tot 125 verlies en na 125 winst. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bereken je winst?

Slide 5 - Open vraag

Hoe bereken je de totale opbrengst? En wat is een ander woord voor opbrengst?

Slide 6 - Open vraag

Waaruit bestaan de totale kosten?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen variabele en vaste kosten?

Slide 8 - Open vraag

Wat houdt het break-even punt in?
A
Quitte spelen
B
Geen winst, geen verlies
C
Kostendekkend zijn
D
Alle drie de antwoorden.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de break-even afzet?
A
4.000.000
B
50.000
C
2.500.000
D
5.000.000

Slide 10 - Quizvraag

Belangrijkste berekeningen
  1. Totale Opbrengst                         TO = p x q
  2. Totale Kosten                                 TK = TCK + TVK
  3. Totale Winst                                    TW = TO - TK
  4. Break-Even Afzet                          q bij TO = TK 

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn dan nu de kosten per stuk?
GTK = TK / q
GVK = TVK / q
GCK = TCK / q
GTK = GVK + GCK

Slide 12 - Tekstslide

Break-even-punt
Het break-even-punt is het punt waarbij er geen winst en geen verlies wordt gemaakt.
Dus, bij het break-even-punt geldt: TO = TK


Slide 13 - Tekstslide

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 14 - Tekstslide

(Je hebt één bakkersoven!)
     Marginale
       kosten 
      en winst
   (MK en MW)
Samengevat
Je blijft bakkers aannemen zolang 
MO > MK. Tot je op het punt komt dat MO = MK (TW maximaal). Hierna wordt MO < MK, dus stop je met extra bakkers aannemen.

Slide 15 - Tekstslide

Maximale winst berekenen 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P
MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Slide 16 - Tekstslide

marginale kosten en gemiddelde kosten

Slide 17 - Tekstslide

MO = 2,5
Bij welke afzet is er maximale winst?
A
6
B
6,5
C
4
D
dat kan je niet weten

Slide 18 - Quizvraag

Maximale winst is bij een hoeveelheid van
A
60
B
40
C
50
D
90

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag
Maken tot en met 1.14

Slide 20 - Tekstslide

winstmaximalisatie:
MO = MK

Omdat MO > MK
gaat de producent altijd voor maximale productie

Slide 21 - Tekstslide

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 22 - Tekstslide

Maken opdracht 1.17

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 1.17
A. Hoeveel producten produceer ik als ik maximaal wil produceren zonder verlies te draaien 

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 1.17
B. Met hoeveel eenheden moet ik mijn productie inkrimpen als ik maximale winst wil behalen?

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 1.17
C. Toon met een berekening aan dat TCK = 600 euro bedraagt

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
Maken tot en met 1.17

Slide 27 - Tekstslide