Ravj - 1.10 t/m 1.17

Programma
- Uitleg
- Aan de slag
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
- Uitleg
- Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Hoe bereken je winst?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de break-even afzet?
A
4.000.000
B
50.000
C
2.500.000
D
5.000.000

Slide 3 - Quizvraag

TW= TO-TK
TK= VK + CK

Slide 4 - Tekstslide

Kan ook met de vergelijking:             TO-TK=TW 
Totale opbrengst
Totale kosten            -
Totale winst


             TO - TK = TW
afzet x verkoopprijs (p x q)
constante + variabele kosten
TO
TCK+TVK = TK    -
TW
samengevat

Slide 5 - Tekstslide

Break-even-punt
Het break-even-punt is het punt waarbij er geen winst en geen verlies wordt gemaakt.
Dus, bij het break-even-punt geldt: TO = TK


Slide 6 - Tekstslide

Break-evenanalyse in een grafiek
Wanneer de lijn van de totale omzet en totale kosten elkaar snijden: break even point
De omzet is dan gelijk aan de 
kosten
, dus de winst=0 
TO = Totale opbrengsten
TK = Totale kosten 
TCK = totale constante kosten 
BEP = break-evenpunt 


Slide 7 - Tekstslide

Break even
1) Waar maakt dit bedrijf verlies?

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijkste berekeningen
  1. Totale Opbrengst                         TO = p x q
  2. Totale Kosten                                 TK = TCK + TVK
  3. Totale Winst                                    TW = TO - TK
  4. Break-Even Afzet                          q bij TO = TK 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn dan nu de kosten per stuk?
GTK = TK / q
GVK = TVK / q
GCK = TCK / q
GTK = GVK + GCK

Slide 10 - Tekstslide

winstmaximalisatie:
MO = MK

Omdat MO > MK
gaat de producent altijd voor maximale productie

Slide 11 - Tekstslide

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 12 - Tekstslide

(Je hebt één bakkersoven!)
     Marginale
       kosten 
      en winst
   (MK en MW)
Samengevat
Je blijft bakkers aannemen zolang 
MO > MK. Tot je op het punt komt dat MO = MK (TW maximaal). Hierna wordt MO < MK, dus stop je met extra bakkers aannemen.

Slide 13 - Tekstslide

Maximale winst berekenen 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P
MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Slide 14 - Tekstslide

marginale kosten en gemiddelde kosten

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maken tot en met 1.14

Slide 16 - Tekstslide

Marginale kosten en opbrengsten
De marginale kosten zijn de extra kosten die een onderneming heeft als de productie met één eenheid wordt uitgebreid.

De marginale opbrengsten zijn de extra opbrengsten die een onderneming krijgt bij de verkoop van één extra eenheid. 


Slide 17 - Tekstslide

(Je hebt één bakkersoven!)
     Marginale
       kosten 
      en winst
   (MK en MW)
Samengevat
Je blijft bakkers aannemen zolang 
MO > MK. Tot je op het punt komt dat MO = MK (TW maximaal). Hierna wordt MO < MK, dus stop je met extra bakkers aannemen.

Slide 18 - Tekstslide

Maximale winst berekenen 
Bij welke hoeveelheid goederen (=q) verkopen hebben we  maximale winst?
Maximale winst → MO = MK

MO = marginale opbrengst  → MO = GO = P
MK = Marginale kosten  → MK = GVK

Slide 19 - Tekstslide

winstmaximalisatie:
MO = MK

Omdat MO > MK
gaat de producent altijd voor maximale productie

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Maken zelftest Hoofdstuk 1

Slide 21 - Tekstslide

Maken opdracht 1.17

Slide 22 - Tekstslide

Maken opdracht 1.17

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 1.17
A. Hoeveel producten produceer ik als ik maximaal wil produceren zonder verlies te draaien 

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 1.17
B. Met hoeveel eenheden moet ik mijn productie inkrimpen als ik maximale winst wil behalen?

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 1.17
C. Toon met een berekening aan dat TCK = 600 euro bedraagt

Slide 26 - Tekstslide

Marginale kosten
Wat gebeurt er met de marginale kosten bij de verschillende variabele kosten?

Slide 27 - Tekstslide

Marginale kosten dalen als:
  • Efficiëntere productie
  • Goedkopere grondstoffen 

Slide 28 - Tekstslide

Marginale kosten stijgen als:
  • Inefficiëntere productie
  • Extra dure werknemers
  • Stijging kosten grondstoffen

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Maken tot en met 1.18

Slide 30 - Tekstslide