A3C Spelling H 2, 3, 4

Herhaling spelling 1, 2, 3, 4
1. komma's en punten, citeren
2. ww-spelling en meervoud-n
3. hoofdletters en voltooid- en tegenwoordig deelwoord
4. voltooid- en tegenwoordig deelwoord als bijv.nw
    trema, apostrof, koppelteken, weglatingsteken, en accenten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhaling spelling 1, 2, 3, 4
1. komma's en punten, citeren
2. ww-spelling en meervoud-n
3. hoofdletters en voltooid- en tegenwoordig deelwoord
4. voltooid- en tegenwoordig deelwoord als bijv.nw
    trema, apostrof, koppelteken, weglatingsteken, en accenten

Slide 1 - Tekstslide

,,,,,komma,,,,,
1. Tussen twee ww: Omdat ik in slaap viel, kwam ik te laat in de les.
2. Meestal staat er een komma voor een voegwoord, maar niet voor 'en'.
3. Voor en na een bijstelling: Arno, onze rector van het MLG, is vandaag niet op school.
4. Bij tussenwerpsels en aansprekingen: Hé, A3C, let nou eens op!
5. Tussen bvnw: Ik heb een grote, lelijke sneeuwpop gemaakt.

Slide 2 - Tekstslide

'Citeren'
Aanhalingstekens gebruik je als je citeert.
‘Als het aan mij ligt,’ zei Biden,’ krijgt hij een eerlijk proces.’
Trump antwoordde: 'Fake... all fakenews!'
'Ik had daar in het Witte Huis een ‘prettige’ tijd,' zei Trump.
Biden reageerde daarop: 'Maar nu is het mijn beurt!'

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Beide - beiden
Woorden als beide en alle krijgen in het meervoud een -n als ze verwijzen naar personen en zelfstandig gebruikt worden. 

(1) De mannen werden beiden onderscheiden.        
(2) De verdachten moesten allen een bloedonderzoek ondergaan.

Als beide of alle alleen naar dieren of zaken verwijst, krijgt het geen -n.

(3) Er stonden vijf honden aan het hek; alle blaften vervaarlijk.       
(4) Ik heb de twee foto's bekeken. Beide zijn prachtig geworden.



Slide 5 - Tekstslide

Welke zin is goed geschreven?
A
's Nachts werd mevrouw Van Dam wakker door de westerstorm.
B
s' Nachts werd mevrouw van Dam wakker door de Westerstorm.
C
'S nachts werd mevrouw Van Dam wakker door de westerstorm.
D
's Nachts werd mevrouw van Dam wakker door de Westerstorm.

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is goed geschreven?
A
13 Kerstkoekjes van Oreo heb ik tijdens Kerstmis gegeten.
B
13 kerstkoekjes van Oreo heb ik tijdens Kerstmis gegeten.
C
13 Kerstkoekjes van Oreo heb ik tijdens kerstmis gegeten.
D
13 kerstkoekjes van Oreo heb ik tijdens Kerstmis gegeten.

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin is goed geschreven?
A
Op koningsdag drink ik met Lisa van den Broek en Jan Bos-de Groot een colaatje in de herestraat.
B
Op Koningsdag drink ik met Lisa Van den Broek en Jan Bos-De Groot een colaatje in de Herestraat.
C
Op Koningsdag drink ik met Lisa van den Broek en Jan Bos-de Groot een Colaatje in de Herestraat.
D
Op Koningsdag drink ik met Lisa van den Broek en Jan Bos-de Groot een colaatje in de Herestraat.

Slide 8 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt over de gebiedende wijs?
A
Schrijfvorm: infinitif Doel: bevel, advies, opdracht, instructie
B
Schrijfvorm: ik-vorm Doel: verzoeken, vragen, smeken
C
Schrijfvorm: ik-vorm Doel: bevel, advies, opdracht, instructie
D
Schrijfvorm: infinitif Doel: verzoeken, vragen, smeken

Slide 9 - Quizvraag

Vul in
De film ........ hem.
A
veraste
B
verraste
C
verastte
D
verrasde

Slide 10 - Quizvraag

Vul in
Hij .... al .... dat hij gisteren schuld heeft ....
A
- erkent, - blozend, - bekent
B
- erkend, - blozend, - bekend
C
- erkent, - blozent, - bekent
D
- erkent, - blozend, - bekend

Slide 11 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
Wat gebeurd is, is gebeurd!
B
Wat gebeurt is, is gebeurt!
C
Wat gebeurd is, is gebeurt!
D
Wat gebeurt is, is gebeurd!

Slide 12 - Quizvraag

Dicteetje

Slide 13 - Open vraag

Dicteetje

Slide 14 - Open vraag