12.01.25 Unit 4 Lesson 4.2 Basis

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 3

13 January 2025

Friday

Afspraken in 2025

• Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  
• Je luistert/ bent dus stil en werkt mee
• Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  
• Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  
• Je gebruikt je Chromeboek alleen als het nodig is

• Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd
• Als je geen pen of boek niet hebt, dan blijf je voor een extra les

Lesson plan

Unit 4 Lesson 4.1 

Future Tense (will - won't)

Homework check

Degrees of comparison

PractiseMore 4.1

Homework

My goal - our goals

• I know how to use 'Future' + 'degrees of comparison' 

and 

• ... the new words (Lesson 4.1)

Words Unit 4 Lesson 1, page 11

Unit 4 Lesson 1

page 170

StudyGo

In de vorige les hebben we het gehad over abbreviations. Wat zijn dat?
Noem ook een voorbeeld.

Future, page 14

will ....

will ....

beloftes/ aanbiedingen/ snelle beslissingen/ voorspellingen

FUTURE  (Will - Won't)

Wanneer je over de toekomst praat, kun je 'Will' gebruiken.

'Will' wordt gebruikt om iets aan te bieden, iets te beloven of om voorspellingen te maken.

Je gebruikt will + het hele werkwoord.  

Je kunt  'will" samentrekken tot ...`ll.

Let dus op:

Bevestigende zin: (+)

will + hele werkwoord

We will live on Mars in 2035.

Ontkennende zin: (-)

will not (won't) + hele werkwoord

We will not live on Mars in 2035.

Vragende zin: (?)

will + ow + hele werkwoord

Will we live on Mars in 2035?

Future: SHALL

Je gebruikt 'Shall' in vragen over de toekomst met

 I & We ... als je iets aanbied of een voorstel doet.

Shall I help you? 

When shall we meet?

Homework check

Unit 4 -

Lesson 1 Reading, page 10

Exc. 1 t/m 8, page 9 t/m 15

Degrees of comparison

Vergelijken, page 15 (9)

Comparisons

Als we het hebben over comparisons (vergelijkingen), dan gebruiken we altijd:

bijvoeglijke naamwoorden (woorden die dus iets vertellen over een zelfstandig naamwoord). 

Neem dat wat in de blokjes staat over: 

Zelfstandig naamwoord: 

woorden waar je de, het en een voor kunt zetten. 

(mensen, dieren en dingen)

Bijvoeglijk naamwoord: 

Woorden die iets zeggen over een zelfstandig naamwoord.

Vergelijken, page 15 (9)

John is ..... than Pete. (nice)

1. nicest
2. nice
3. nicer
4. niceer

Visiting a museum is ...... than visiting a party. (boring)

1. boringer
2. most boring
3. more boring
4. boringest

This question is ..... than that question. (easy)

1. easier
2. easiest
3. more easy
4. easyer

That guy is just as ...... that guy.
(tall)

1. taller
2. as taller as
3. tallest
4. tall as

I have got ....... money than you.
(much)

1. mucher
2. much
3. more
4. morer

Bungee jumping is ......windsurfing.
(dangerous)

1. Dangerouser
2. dangerousest as
3. more dangerouser
4. more dangerous

Let's practise

Unit 4 - 

Lesson 1 Reading - 

Exc. 9  page 15 (together)

Let's practise

Unit 4 Lesson 1

Exc. 10, page 16 t/m 18

+ 

Unit 4, Lesson 1 - PractiseMore

I know how to use "Future + Degrees of comparison"
and .... the new words

Yes

No

Almost

Tuesday, 14 January

Leren: Unit 4, Lesson 1 - 

Words 4.1,  page 11

Maken: 

Exc. 9 t/m 10, page 14 t/m 18

+ Unit 4, Lesson 1 - PractiseMore