Aandacht op het vangen bij duikelen en rollen. Klassikaal uitleggen en controleren bij alle groepjes of zij geweest zijn.
Klassikaal uitleggen andere onderdelen per groepje.
Aandacht op het wisselen, waar zitten en hoe? Accent op controle moment. Dit is echt het controle moment van de leraar en even adempauze.
Na ronde 1: feedback op VLAP en PAD
Na ronde 2: nadenken over een differentiatie op het spel naar de mindere en betere beweger
Na ronde 3: nadenken over analogieën en fantasie ondersteunend aan het spel (dit aan de gehele klas vertellen)
Filmpjes ook te vinden op Its
Hoe wissel je bij kleuters?
Waarom staat het krantje mikken daar?
Externe les neem zelf ballonnen mee
Waar moet je op letten met klaarzetten: Over de kop gaan staat opgesteld voor studentniveau. Waar moet je op letten bij klaar zetten. Drie banken op elkaar, de wielen staan op de bank en poten op de bank, niet erover geen
Plopper gebruiken met ontploppen,, eerst de palen er los erin en dan de reksok palen erin.
Wie heeft wat voorbereid? ga bij dat onderdeel staan.. Jullie horen straks bij dat onderdeel. Wij gaan klassikaal langs de onderdelen lopen.
Over de kop gaan: je hoeft niet perse te rollen. Ik ben de kleuter, wat gaan we doen..geef maar tips. Een kleuter snapt niks, dus echt plaatje laten zien. Waarom is de mat schuin? Hurken is moeilijk.
Start positie is billen hoog, groot poortje en met mijn hoofd door het poortje kijken. Handen naar beneden en dan weer staan, zonder plof. Is het verplicht? Nee, het is een leerlijn, je kan ook rollen als een worstje.
Voorbeeld vangen:
Je kan bij kleutets lekker op je knietjes zitten. Je hebt een hoofdhand en een hulphand. Geen links en rechts, waarom niet?
Ik zorg dat zijn hoofd niet de mat aanraakt en maak een propje van ze.
Ook de kleuters die het zelf kan even helpen.
Koprol is gekke naam, het zou een nekrol moeten heten
Rekstok/ duikelstok.
Starten met ik ben de kleuter:
Voorwaarde is stok op navelhoogte, want niet iedereen kan een papegooi.
Je maakt een papagooi, je maakt klein en je landt als een veertje.
Voorover: je gaat staan aan de kant waar ze landt, eentje bedelen andere hand tussen de schouderbladeren
Achterover:
vasthouden bij de pols
Hulpverlenen vaardigheid hoeft niet uit de gymles
.