Bijeenkomst 2 Bewegingsonderwijs JK

Bijeenkomst 2
JK
Groepjesles
Over de kop gaan en duikelen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BewegingsonderwijsHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 2
JK
Groepjesles
Over de kop gaan en duikelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen

  • Ik kan een onderdeel (VLAP) voorbereiden op een lesvoorbereidingsformulier en deze uitleggen via PAD
  • Ik weet waarom en op welke manieren ik een spel kan differentiëren namelijk aanpassen van, hoogte, breedte, ruimte, aantal materialen, soort materialen, regels, arrangement, aantal spelers.
  • Ik weet welk doel er bij de onderdelen in de les horen.
  • Ik kan hulpverlenen bij de koprol voorover en bij het duikelen  aan de rekstok bij kleuters.
  • Ik welke reguleringsdoelen er zijn ten aanzien van regelingen, arrangement en reflecteren in een les bewegingsonderwijs.
  • Ik weet waarom en hoe ik deze reguleringsdoelen kan toepassen.
  • Ik weet dat ik, waar nodig, fantasie tijdens de uitleg van een spel kan gebruiken om het spel aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de (jonge) kinderen.  (leeuwenkooi)
  • Ik weet wat een analogie is en kan dit toepassen tijdens het geven van de uitleg of leerhulp in de les 






Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starten met bewegen
Standbeeldtikkertje 

Artikel 

Slide 3 - Tekstslide

Aandacht voor:
Analogieën, belevingswereld van de kleuter, structuur in de les en uitleg op niveau.
Artikel Spelen en bewegen 
  • Doorgaande lijn
  • Grote diversiteit
  • Halen en brengen
  • Eigen huis en tuin 
  • Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Aandacht voor:
Analogieën, belevingswereld van de kleuter, structuur in de les en uitleg op niveau.
Groepjesles klaarzetten
Klaarzetten Groepjesles
Over de kop gaan
Duikelen
Krantje mikken
Boompje wissel 
Ballon hooghouden 

Slide 5 - Tekstslide

Aandacht op het vangen bij duikelen en rollen. Klassikaal uitleggen en controleren bij alle groepjes of zij geweest zijn.

Klassikaal uitleggen andere onderdelen per groepje.

Aandacht op het wisselen, waar zitten en hoe? Accent op controle moment. Dit is echt het controle moment van de leraar en even adempauze. 

Na ronde 1: feedback op VLAP en PAD
Na ronde 2: nadenken over een differentiatie op het spel naar de mindere en betere beweger
Na ronde 3: nadenken over analogieën en fantasie ondersteunend aan het spel (dit aan de gehele klas vertellen)   

Filmpjes ook te vinden op Its

Hoe wissel je bij kleuters?

Waarom staat het krantje mikken daar?
Externe les neem zelf ballonnen mee

Waar moet je op letten met klaarzetten: Over de kop gaan staat opgesteld voor studentniveau. Waar moet je op letten bij klaar zetten. Drie banken op elkaar, de wielen staan op de bank en poten op de bank, niet erover geen

Plopper gebruiken met ontploppen,, eerst de palen er los erin en dan de reksok palen erin.

Wie heeft wat voorbereid? ga bij dat onderdeel staan.. Jullie horen straks bij dat onderdeel. Wij gaan klassikaal langs de onderdelen lopen.

Over de kop gaan: je hoeft niet perse te rollen. Ik ben de kleuter, wat gaan we doen..geef maar tips. Een kleuter snapt niks, dus echt plaatje laten zien. Waarom is de mat schuin? Hurken is moeilijk.
Start positie is billen hoog, groot poortje en met mijn hoofd door het poortje kijken. Handen naar beneden en dan weer staan, zonder plof. Is het verplicht? Nee, het is een leerlijn, je kan ook rollen als een worstje.

Voorbeeld vangen:
Je kan bij kleutets lekker op je knietjes zitten. Je hebt een hoofdhand en een hulphand. Geen links en rechts, waarom niet? 
Ik zorg dat zijn hoofd niet de mat aanraakt en maak een propje van ze.
Ook de kleuters die het zelf kan even helpen.
Koprol is gekke naam, het zou een nekrol moeten heten

Rekstok/ duikelstok.
Starten met ik ben de kleuter: 
Voorwaarde is stok op navelhoogte, want niet iedereen kan een papegooi.
Je maakt een papagooi, je maakt klein en je landt als een veertje.
Voorover: je gaat staan aan de kant waar ze landt, eentje bedelen andere hand tussen de schouderbladeren
Achterover:
vasthouden bij de pols

Hulpverlenen vaardigheid hoeft niet uit de gymles
.
  • Ten aanzien van arrangement ​

  • Ten aanzien van regelingen​

  • Ten aanzien van reflecteren

Slide 6 - Tekstslide

Reguleringsdoelen zijn de belangrijkste doelen voor onze studenten. Reguleringsdoelen zorgen ervoor dat de docent zich bezig kan houden met lesgeven.

Arrangement (spullen in de zaal): Student leert de kinderen aan om zelf het arrangement te herstellen, daardoor kunnen de kinderen opnieuw het spel spelen zonder inbreng van de docent. Wij moeten ze aanleren om de spullen weer op te halen en weer opnieuw gaan spelen. (kantje mikken, pionnen omgooien en dan rechtop zetten)

Regelingen (regels van het spel): Zelfde idee alleen dan op alle regels van het spel, denk ook aan wisselen van tikker. Je laat zien dat ze het uitvoeren ( fragment van 10 sec). Doordraaien van plekje bij diamantroof/ vos uit je hol

Reflecteren: Kinderen aanleren om zelf het spel moeilijker te maken. Bijvoorbeeld verder weg gaan staan.
Klaarzetten 
Elk groepje ligt toe wat belangrijk is bij hun onderdeel
- Voorbeeld hulpverlenen 
-  Doelen stellen per onderdeel 
-  Welke reguleringsdoelen kun je toepassen bij het onderdeel?
-  Aanwijzingen en interventies op studentniveau 
toepassen 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedoeling motorisch: (a.d.h.v. de bewegingsproblemen) 
Overkoepelende doelstelling:
Kinderen leren om deel te nemen aan bewegingsactiviteiten die nu zinvol zijn en perspectief bieden.

Bedoeling motorisch
Koprol voorbeeld

Bedoeling motorisch
Balanceren 

Slide 8 - Tekstslide

bedoeling schrijven/ doelstelling bij bijv over de kop gaan: 
De kinderen kunnen over de kop gaan bij de schuine mat ( zet het arrangement erbij). Kies een aanwijzing, aandachtspunt ( wat wil je dat ze leren) Bijvoorbeeld luitster naar de schelp bij mikken.

Beweegprobleem hoef je niet zelf te verzinnen, mag je knippen en plakken.



Groepjesles 2
  • Bobbelbaan, rennen en springen 
  • Bobbelbaan, steunspringen 
  • Pak de schat (herhaling)
  • Mikken
  • Glijden


Slide 9 - Tekstslide

Is alles klaargezet gaan de studenten deze spellen spelen. Na 2 minuten spelen, gaan de studenten 1 á 2 dingen opschrijven die beter kunnen aan het spel.

Geheime knop, die indrukken, dan is de volgende bij de bobbelban. 
Bij gebrek aan ruimte eventueel twee baantjes terug.

Mikken vanaf verschillende afstanden. Veel situaties klaar zetten.
Twee is te weinig. Verschil werpen en mikken zit hem in het onderhands gooien.
Glijden ( handen dienen als remmen,) en landen op je voeten. Maak er ee klimbaantje van.

Mikken is niet het krantje mikken, maar mikken vanaf verschillende afstanden.



 
VLAP maken
Zelf regulerend
Bewegingsaanwijzing
Differentiatie naar betere/mindere beweger
Uitleg op kleuterniveau (verhaal/analogieën) 
Externe les 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3 intern
3 fragmenten inleveren op its = Actieve participatie

1 = Uitleg via PAD 
2 = Reguleringsdoel arrangement
3 = Reguleringsdoel regelingen

Slide 11 - Tekstslide

Filmen kan tijdens ingeroosterde facultatieve les of wellicht heb je zelf een ander moment afgesproken met je stageschool.
Toetsing
Opdracht bewegingsonderwijs staat op Its 
Lees deze door voor de volgende les, mocht je vragen hebben neem deze dan mee.

Voor deze toetsopdracht moet er gefilmd worden op de stageschool.
Er bestaan apps om geblurred te filmen of te editten. O.a. Inshot en blureffect.
Let op: Als er niet te zien is (te veel blur) wat er gedaan wordt is het filmpje niet goed.


Vraag zo snel mogelijk hoe dit op jouw stageschool is geregeld.
Het is voor educatieve doeleinden dit is wat anders dan een standaard AVG aanvraag

Slide 12 - Tekstslide

Groep van 3 (evt. 2)
Iedereen maakt 8 filmpjes van 8 vaardigheden.
Eindopdracht in 3 of 2 tal, kies van de eerste 6 vaardigheden de beste waarin er wel eerlijk verdeelt wordt. Vaardigheid 7 en 8 moet iedereen inleveren. 

Lever de niet gekozen vaardigheden in als bewijslast deze worden inhoudelijk niet beoordeelt. 
Evenveel terugkomen in het eindproduct.