8.1 Energiestromen + Introductie PO

H8 Ecosystemen en evenwicht
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H8 Ecosystemen en evenwicht

Slide 1 - Tekstslide

Wat staat je te wachten?
4Hbiol2
4Hbiol3

Slide 2 - Tekstslide

8.1 Energiestromen
a) Je kan de volgende begrippen omschrijven:
1. Duurzaamheid
2. Bruto / netto primaire productie
3. Voedselconversie
4. Biomassa

b) Je kan de volgende onderdelen met info tekenen: 
1. Voedselketen
2. Voedselweb
3. Energiepiramide

c) Je kan een piramide van energie verklaren

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis: wat weet je al?!

Slide 4 - Tekstslide

Mosselen zijn om meerdere redenen belangrijk in hun ecosysteem. Het voedsel van mosselen bestaat voornamelijk uit plantaardig plankton dat rondzweeft in het water. En mosselen dienen op hun beurt weer als voedsel voor bijvoorbeeld eenden, scholeksters, zilvermeeuwen, zeesterren en krabben. Mosselen zijn ...
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 5 - Quizvraag

Krabben eten dode mosselen. Krabben zijn ...
A
Afvaleters
B
Reducenten

Slide 6 - Quizvraag

Reducenten en afvaleters

Slide 7 - Tekstslide

Noem drie abiotische factoren uit de leefomgeving van mosselen

Slide 8 - Open vraag

Mosselen zijn om meerdere redenen belangrijk in hun ecosysteem. Het voedsel van mosselen bestaat voornamelijk uit plantaardig plankton dat rondzweeft in het water. De Japanse oester leeft van vrij zwemmende larven die hij uit het water filtert. Zelf wordt de Japanse oester gegeten door scholeksters. Teken de voedselketen die bij deze voedselrelaties hoort.

Slide 9 - Open vraag

Een voedselketen
Plankton -> mosselen -> Japanse oester -> scholekster




Hoe zit het nou eigenlijk allemaal met de energie in zo'n voedselketen?

Slide 10 - Tekstslide

Energiestromen

Slide 11 - Tekstslide

Waardoor verdwijnt er energie bij elke stap omhoog in een voedselketen?
A
Niet alle organismen worden gegeten, maar gaan dood
B
Niet alle organische stoffen zijn verteerbaar (worden bv weer uitgepoept)
C
Organismen verbruiken energie (dissimilatie)
D
Reducenten verteren dode resten van planten en dieren

Slide 12 - Quizvraag

Piramide van energie

Een piramide van producenten naar consumenten waarin de breedte van elke rechthoek de hoeveelheid energie (in J) aangeeft.

Slide 13 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Maak het werkblad Energiestromen in tweetallen

Kom je er niet uit? Lees §8.1 dan nog eens goed door!

Je hebt 15 minuten
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Piramide van energie

Een piramide van producenten naar consumenten waarin de breedte van elke rechthoek de hoeveelheid energie (in J) aangeeft.

Slide 15 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Een piramide van producenten naar consumenten waarin de breedte van elke rechthoek het aantal organismen aangeeft.

Slide 16 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Een piramide van producenten naar consumenten waarin de breedte van elke rechthoek de hoeveelheid biomassa aangeeft

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de biomassa?
A
Het gewicht van alle organisme in een gebied
B
Het totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme
C
De energie die wordt doorgegeven tussen organismes

Slide 18 - Quizvraag

Aantallen vs Biomassa

Slide 19 - Tekstslide

De bruto primaire productie bij algen is gelijk aan de netto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: consument 2e orde Boven: consument 1e orde
B
Onder: producent Boven: consument 3e orde
C
Onder: consument 1e orde Boven: producent
D
Onder: producent Boven: consument 1e orde

Slide 21 - Quizvraag

In de afbeelding staat een voedselpiramide afgebeeld. Is dit een piramide van biomassa of een piramide van aantallen? En bij welke groep kan het organisme in de top van de piramide ingedeeld worden?
A
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de consumenten
B
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de producenten.
C
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de consumenten.
D
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de producenten.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

PO Groentekweek
  1. Groepjes maken van 4 leerlingen
  2.  Bedenken van de proefopzet 
    - Welke plant?
    - In tweetallen een abiotische factor onderzoeken
    - Hypothese opstellen
  3. Uitvoeren van de proefopzet 
  4. Resultaten verwerken
  5. Presentatie maken

Slide 25 - Tekstslide

PO Groentekweek
De proefopzet moet de volgende onderdelen bevatten: 
- Welke kiemgroente ga je gebruiken? 
- Welke 2 abiotische factoren ga je onderzoeken? 
- Wat is de hypothese van de proef?
- Welke materialen heb je nodig voor de proef? 
- Een uitgebreid en compleet stappenplan van de proef
- De taakverdeling

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 4, 7, 8, 9, 10 en 11 van 8.1

Volgende les: inleveren proefopzet practicum!

Slide 27 - Tekstslide