Les 13 Hören/ Lesen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

- Examenvaardigheden luisteren en lezen oefenen
- Nieuwe examenwoorden leren

Slide 2 - Tekstslide

Montag  28. Januar 2024 

We kijken eerst 3  min naar een filmpje over Extremsportler

Hören - Interview Aufgabe 21 - Seite 72


Luister naar de inleiding: Waar gaat het interview over?
- Voorkennis activeren

Luister en kruis het juiste/beste
 antwoord aan



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Oo welke woorden let je met
"Extremsport?"

Slide 5 - Woordweb

Examenwoorden Seite 230
"Vragen naar de verbanden& woordjes eronder" D>N

Text Seite 102
Nakijken Aufgabe  22, 23

Seite 107 Maken Aufgabe 27, 28

Samen bekijken Seite 172 
Maken Aufgaben 3 & 4 Seite 173


Slide 6 - Tekstslide

Hausaufgaben:
- Leren zinnen en woordjes vanaf "verbanden" Seite 230
- Maken Aufgabe 27& 28 Seite 107/108(gatentekst en signaalwoorden)
- Maken Aufgabe 3 & 4 Seite 173 (schrijven)

Slide 7 - Tekstslide

2e les

We kijken naar 3 dierenvideo's

Wat voor vraag zou je zelf kunnen bedenken?

- De 1e video gaat over de wolf.(1.30 min)
 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

2e video over dieren in het asiel(2 min.

dierenasiel = ????

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

3e video over kippen (2 min.)
De kip = ????

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Hausaufgaben 
Leren Examenwoorden Seite 230 "verbanden en woordjes eronder"
Machen Aufgabe 3 & 4 Seite 173
Aufgabe 7 Seite 175


Slide 14 - Tekstslide

Nu zelf oefenen in woots

Slide 15 - Tekstslide


Tentamen - Schreiben

Seite 170 

Aufgaben 1 t/m 7

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

8e uur 

Logo Kindernachrichten

Maak aantekeningen;

Waar gaat het over?



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Wörter Seite 46 - Vertaal de volgende zinnen

1. De accu is leeg.

2. De verkoopster verdient op internet  veel geld.

3. Vanaf morgen kan ik teruggebeld worden.

4. De serveerster is vandaag moe.


Slide 21 - Tekstslide

Start: Text 15 Aufgabe  -  Seite 94
  • kijk naar titel, kopjes en plaatjes  
  • voorkennis activeren        
  • bekijk de eerste vraag                              
  • ga lezen en onderstrepen                      
  • formuleer in je hoofd het antwoord                    
Verbeter de werkwoordsfouten

1. Morgen kommt ich zu dir.
2. Warum kommen ihr auch nicht.
3. Dann mache wir eine Party.
4. Ich freu mich auf die Party.
5. Habst du auch Lust zu kommen?
6. Nein, er habt keine Lust. 
7. Er est müde.

Slide 22 - Tekstslide

Tekst Seite 17 - Seite 97

Lesen

Vertaal de 1e alinea met een woordenboek Seite 97

Slide 23 - Tekstslide


Hausaufgaben:
Hören Woots toetsen maken
Text Aufgabe 17 Seite 97
Woots luistertoets



9e uur Woots luistertoets maken





Slide 24 - Tekstslide

 Grammatik Seite 27
Voorzetsels 3e en 4e naamval & Seite 220 persoonlijke vnw

das Auto
Ich komme mit (+3) dem Auto

die Frau
Er geht zu( +3) der Frau                                                zu + der = zur (naar de)
                                                                                           zu + dem = zum (naar de/het)
der Mann
Simon prallt(botst) gegen(+4) den Mann.

hij - hem
Nach dem Fussball fahren wir zu ihm(hem)











Slide 25 - Tekstslide

Na de voorzetsels veranderen: Seite 27

1.  de lidwoorden (de, het , een)         blz. 220, 221, 222!!!!!!!!!!
2. de persoonlijk vnw. (mij, jou, hem)

Vul in:
1. Wer kommt morgen zu ............(ik).

2. Nein, ich muß mit mein........... Mutter(v) zu  d.......... Arzt(m)

3. Kannst du ohne .............(ik) anfangen?

4. Nein, ich habe von d........ Arzt(m) gehört, daß meine Mutter nicht alleine kommen kann.

Slide 26 - Tekstslide

Hausaufgaben für Mittwoch:

Machen Aufgabe 22, 23 - Seite 28
Leren Seite 27 - voorzetsels uit je hoofd leren

Examentekst Aufgabe 5 - Seite 85

- Luistertoets staat klaar in Woots

Slide 27 - Tekstslide

Mondeling:

1. jezelf voorstellen - al voorbereid - üben
  - gebruik voor je mondeling de zinnen van de stencils
2. voorwerpen beschrijven - stencil
3. Situaties


Wer bin ich?
(Wie ben ik?)

Slide 28 - Tekstslide