Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
paragraaf 4 Slaven worden vrij
AFSPRAKEN
Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
Als de docent praat zijn de leerlingen stil
Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect.
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
AFSPRAKEN
Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
Als de docent praat zijn de leerlingen stil
Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect.
Slide 1 - Tekstslide
Slaven worden vrij
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- herhalen d.m.v. quiz en uitleg
- nieuwe stof, paragraaf 4
- maken opdrachten
- lesdoelen bereikt?
- huiswerk?
Slide 3 - Tekstslide
Welke gebeurtenissen zijn gevolgen van het nationalisme? Sleep die naar de vlag
In 1830, na een korte oorlog, krijgen de Belgen een eigen land.
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd in Nederland.
In 1871 wordt het Duitse Rijk opgericht.
In 1900 wordt de telefoon uitgevonden door onder anderen Alexander Bell.
Slide 4 - Sleepvraag
Wat zijn voorbeelden van nationalisme? Sleep ze naar de vlag toe
Een krant schrijft enthousiast over een modern oorlogschip, gebouwd in eigen land
Een muzikant zingt een liedje over dappere helden uit de geschiedenis
Een schilder schildert een groep trotse vrouwen in traditionele klederdracht
Een schrijver beschrijft de ellende van de arbeiders in een industriestad
In een theater worden beroemde toneelstukken uit heel Europa opgevoerd
Slide 5 - Sleepvraag
In de 19e eeuw wordt het steeds belangrijker om...
A
met zoveel mogelijk gebieden handel te drijven
B
zoveel mogelijk gebieden te bezitten en besturen
Slide 6 - Quizvraag
Welke uitspraak is juist?
A
De Nederlandse koloniën werden in de 19e eeuw veroverd door de VOC
B
De stichting van Nederlands-Indië is heel vreedzaam verlopen
C
Een van de belangrijkste kolonies van Nederland was India
D
Nederland was bang dat andere landen Indonesië zouden veroveren
Slide 7 - Quizvraag
Wat was geen kolonie van Nederland in de 19e eeuw?
A
De Antillen
B
Indonesië
C
Marokko
D
Suriname
Slide 8 - Quizvraag
Wat veranderde er na de verovering van Nederlands-Indië door de Nederlanders
De inheemse bevolking gehoorzaamt aan een inheemse vorst.
Inheemse bestuurders gehoorzamen aan Nederlandse bestuurders.
Verschillende volken wonen in één gebied.
Slide 9 - Sleepvraag
Nederland vond dat Nederlands-Indië vooral geld moest opleveren voor
_____________________. In 1830 voerden zij daarom het
_____________________
in, waardoor inheemse boeren een groot deel
van hun oogst
_____________________.
laatste vraag
de inheemse bevolking
zelf konden verkopen
Nederland zelf
moesten afstaan
cultuurstelsel
handelsstelsel
Slide 10 - Sleepvraag
Herhaling
Er ontstaat een moderne samenleving: spoorwegen, kanalen, telegraaf, telefoon, radio, postschepen
Opkomst Nationalisme: standbeelden, musea, geschiedenisonderwijs
Vanaf 1500: plantages aan de kusten van Amerika, Afrika, Azië. NL in Indonesië.
Vanaf 1800: Modern imperialisme. Zoveel mogelijk land bezitten en besturen. NL koloniën: Nederlands-Indië, Suriname, Antillen
Europa had grondstoffen en afzetmarkt nodig. Daarnaast gaf een kolonie macht en aanzien.
Slide 11 - Tekstslide
Herhaling
Nederland voerde een nieuw bestuur in. Vorsten moesten luisteren naar de Nederlanders
Nederland bleef de baas met behulp van wapens
Kolonie moest winstgevend zijn. Winst ging naar het moederland. Verplicht verbouwen van: thee, koffie, rubber, tabak, suiker, cacao.
Cultuurstelsel: 20% van je grond verbouwen. 1830-1870
Verandering in de samenleving: christendom, scholen (NL taal en cultuur leren) ziekenhuizen.
Gevolgen: eerste Indonesische nationalistische gevoelens
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt 3 argumenten noemen waarbij slavernij in de 19e eeuw werd verdedigd.
Je kunt 2 argumenten noemen waarmee abolitionisten slavenhandel en slavernij verwierpen.
Je kunt uitleggen hoe abolitionisten anderen probeerden te overtuigen om slavenhandel en slavernij te verwerpen.
Slide 13 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.
Je kunt de volgende begrippen omschrijven:
abolitionisme,
Ketikoti
en
contractarbeiders
.
Slide 14 - Tekstslide
Voorstanders van de slavernij
Vanaf 16e eeuw slavernij in de koloniën
Mijnen, havens, landbouw, katoen-, suiker-, tabaksplantages
Drie argumenten voor de slavernij
:
In de bijbel stond: donkere mensen zijn knechten
Volgens Europeanen waren Afrikanen en Aziaten minderwaardig en konden ze niet omgaan met vrijheid.
De enige manier waarop de koloniën winstgevend konden zijn.
Slide 15 - Tekstslide
Tegenstanders van de slavernij
Abolitionisme
: een beweging die was voor de afschaffing van de slavenhandel en slavernij.
- maakten tekeningen en schreven verhalen over de gruwelijkheden van slaven
- zamelden geld in om slaven vrij te kopen
Twee argumenten tegen de slavernij:
Slavernij ging in tegen het idee dat iedereen vrij en gelijk was
Christendom zei: heb je naasten lief
Slide 16 - Tekstslide
Afschaffing van de slavernij
1807: Britse rijk verbiedt slavenhandel
1833: Britse rijk verbiedt slavernij
1860: Nederland schaft slavernij af in Nederlands-Indië
1 juli 1863: Nederland schaft slavernij af in Suriname en Antillen:
Ketikoti
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Lesdoelen
Je kunt 3 argumenten noemen waarbij slavernij in de 19e eeuw werd verdedigd.
Je kunt 2 argumenten noemen waarmee abolitionisten slavenhandel en slavernij verwierpen.
Je kunt uitleggen hoe abolitionisten anderen probeerden te overtuigen om slavenhandel en slavernij te verwerpen.
Slide 19 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.
Je kunt de volgende begrippen omschrijven:
abolitionisme,
Ketikoti
en
contractarbeiders
.
Slide 20 - Tekstslide
Vragen?
Slide 21 - Tekstslide
Maken opdrachten 1 t/m 11
blz 96-103
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
paragraaf 4 Slaven worden vrij
November 2022
- Les met
13 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Slaven worden vrij
November 2022
- Les met
13 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Les 2.4
Oktober 2022
- Les met
20 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H2.4 Slaven worden vrij
Oktober 2024
- Les met
11 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2.4 Slaven worden vrij
Oktober 2023
- Les met
16 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
6.2 Afschaffing van de slavernij
Juni 2021
- Les met
12 slides
les 5 paragraaf 5 Slaven worden vrij
September 2022
- Les met
12 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
6.2 Afschaffing van de slavernij
Mei 2024
- Les met
19 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2