Oefentoets H1: Landschappen havo 2

PROEFTOETS H1 HAVO 2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

PROEFTOETS H1 HAVO 2

Slide 1 - Tekstslide


Wat is platentektoniek?
A
Het gat in de aardkorst waardoor lava naar buiten komt.
B
De trilling die ontstaat door het verschuiven van de aardkorstplaten.
C
Het bewegen van de aardplaten.
D
De schil van harde steen rond de aarde waarop land en zee liggen.

Slide 2 - Quizvraag

Bekijk de kaart. Leg uit hoe het Himalaya-gebergte in in Azië is ontstaan. Benoem hierbij de twee betrokken platen (afbeelding)

Slide 3 - Open vraag

Is dit op de foto een oud of een jong gebergte. Geef twee argumenten voor je keuze

Slide 4 - Open vraag

Heuvelland
Hooggebergte
Middelgebergte
Laagland

Gebied met een hoogteligging lager dan 200 m.
Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
Gebied met een hoogteligging tussen de 200 m en 500 m.

Slide 5 - Sleepvraag

Beschrijf eerst in 2 stappen hoe sedimentgesteente ontstaat.
Geef daarna een voorbeeld van een sedimentgesteente.
Geef tot slot aan hoe je sedimentgesteente kunt herkennen.

Slide 6 - Open vraag

Hoe heten de twee processen die gebergten afbreken?

Slide 7 - Open vraag

Welk afbraakproces komt het meeste voor op de foto?
A
Erosie
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Verwering door temperatuurverschillen

Slide 8 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
Verwering door ijs
B
Erosie door ijs
C
Verwering door temperatuurverschillen
D
Erosie door temperatuurverschillen

Slide 9 - Quizvraag

Op de foto zie je een steen dwars doormidden gespleten.
Beschrijf in 2 stappen de wijze waarop mechanische verwering hier heeft plaatsgevonden.

Slide 10 - Open vraag

Welk soort afbraak proces zie je hier?

Slide 11 - Open vraag

Hoe is deze grot ontstaan?
A
Mechanische verwering
B
Erosie door water
C
Erosie door ijs
D
Chemische verwering

Slide 12 - Quizvraag

Welke 2 klimaatkenmerken zorgen voor een sneller verloop van chemische verwering?

Slide 13 - Open vraag

Geef eerst aan hoe de landschapsvorm heeft aan de voet van het gebergte.
Geef daarna aan welke 2 processen verantwoordelijk zijn voor de vorming hiervan.

Slide 14 - Open vraag

Wat is een aardverschuiving?
A
Trilling of schokkende beweging van de grond.
B
Schudden van de aarde door een verschuiving van stukken aardkorts.
C
Als plotseling een grote hoeveelheid grond naar beneden glijdt.
D
Een hevige storm.

Slide 15 - Quizvraag

Welke menselijke oorzaak kan bijdragen aan het ontstaan van een aardverschuiving
A
Herbebossing
B
Ontbossing
C
Orkanen
D
Neerslag

Slide 16 - Quizvraag

U-dal
Gletsjer
V-dal
Rivier

Slide 17 - Sleepvraag

Neem de cijfers 1 tot en met 5 over hieronder en zet er het juiste woord achter.
De Rijn maakt bij de stad Boppard in Duitsland een grote bocht.
Dit wordt ook wel een (1) delta / meander genoemd. Het water stroomt het
snelst in de (2) binnenbocht / buitenbocht. Daar vindt dan ook bij de oever
(3) erosie / sedimentatie plaats. De rivier stroomt het langzaamst in de
(4) binnenbocht / buitenbocht. Daar vindt bij de oevers (5) erosie / sedimentatie plaats.

Slide 18 - Open vraag

middenloop
bovenloop
benedenloop
zand 
klei
rotsen
grind
erosie
verwering
sedimentatie

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is het verband tussen de stroomsnelheid en de korrelgrootte van het sediment?

Slide 20 - Open vraag

Geef:
- de naam van de landschapsvorm uit de bron;
- in welk deel van de rivier dit voorkomt;
- welk proces deze vorm mogelijk maakt.

Slide 21 - Open vraag


Stuwwallen zijn in Nederland in drie stappen ontstaan. Bij stap 1 en 2 moet je telkens kiezen uit één van de twee mogelijke woorden.
Stap 1: Landijs kwam vanuit ….. (1) (Zweden / Zwitserland) richting Nederland geschoven
Stap 2: Tijdens deze tocht vond er veel ….. (2) (verwering / erosie) van de onderliggende grond plaats.
Stap 3: Deze grond werd in Nederland als sediment neergelegd die we nu als ……….(3) (dijken / stuwwallen) kennen.


Welke woorden horen bij de cijfers 1, 2 en 3 te staan?
A
1. Zwitserland, 2. erosie, 3. stuwwallen
B
1. Zweden, 2. verwering, 3. stuwwallen
C
1. Zweden, 2. erosie, 3. dijken
D
1. Zweden, 2. erosie, 3. stuwwallen

Slide 22 - Quizvraag

Leg in 2 stappen uit hoe duinen ontstaan.

Slide 23 - Open vraag

Waaraan herken je de
stuwwallen op deze kaart?

Slide 24 - Open vraag

Beschrijf in 2 stappen de hoe stuwwallen zijn ontstaan.

Slide 25 - Open vraag

Op welke afbeelding zie je
keileem grond ?
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

In Zuid-Limburg ligt veel Löss. Löss zijn erg kleine deeltjes, kleiner dan klei.
Leg in 2 stappen uit waarom er juist in Zuid-Limburg Löss aanwezig is.

Slide 27 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Je ziet hier het ontstaan van Laag Nederland als gevolg van de zeespiegelstijging.

Koppel de juiste grondsoorten aan de juiste letters.
Kies uit: zeeklei – zand – grind en zand – veen.
1
2
3
4
Zeeklei
grind en zand
zand
veen

Slide 28 - Sleepvraag

Vier uitspraken:

A De grond in Hoog Nederland is ouder dan tienduizend jaar.
B De grond in Laag Nederland is ontstaan door een snelle zeespiegelstijging.
C De grond in Laag Nederland is ouder dan tienduizend jaar.
D De duinen zijn lager dan de stuwwallen in Hoog Nederland.

A
Uitspraak A= Goed, Uitspraak B= Fout, Uitspraak C= Fout, D= Goed
B
Uitspraak A= Goed, Uitspraak B= Goed, Uitspraak C= Fout, D= Goed
C
Uitspraak A= Goed, Uitspraak B= Fout, Uitspraak C= Goed, D= Fout
D
Uitspraak A= Fout, Uitspraak B= Fout, Uitspraak C= Fout, D= Goed

Slide 29 - Quizvraag