wk 46: les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Donderdag 18 november - V1a

• 10 minuten stillezen

• Huiswerk vorige les bespreken
  

• Werkwoordspelling: laatste puntjes op de i
  
• Aan de slag!

Vorige les heb je...

...geleerd welke 4 perspectieven er zijn bij fictie.

...werkwoordspelling geoefend.

Deze les ga je...

...werkwoordspelling nog een laatste keer herhalen voor de toets.

Stel: de woorden in de tabel zijn zwakke werkwoorden.

Vul de tabel verder in voor deze ‘werkwoorden’. (De werkwoorden bestaan dus niet, jij moet laten zien dat je de regels kent!)

   

Zwak ‘werkwoord’	Pv tt	Pv vt	Voltooid deelwoord
vlimsen
verspranden
vruiven
zoeden
jenen

Stel: de woorden in de tabel zijn zwakke werkwoorden.

Vul de tabel verder in voor deze ‘werkwoorden’. (De werkwoorden bestaan dus niet, jij moet laten zien dat je de regels kent!)

   

Zwak ‘werkwoord’	Pv tt ('lopen') ik-vorm+t	Pv vt ik-vorm + de/te(n)	Voltooid deelwoord
vlimsen	vlims t	vlims te	gevlimst
verspranden	versprand t	versprand de	versprand
vruiven	vruif t	vruif de	gevruifd
zoeden	zoed t	zoed de	gezoed
jenen	jeen t	jeen de	gejeend

Extra oefenen: voor de E-toets

Noteer de persoonsvorm en het onderwerp

Voorbeeld

Versturen wij ook kaarten met Kerst?

pv = versturen

ond = wij

Ik ga zwemmen in Bacardi Lemon.

Heb jij je huiswerk gemaakt?

We kunnen mijn verjaardag dit jaar helaas niet groots vieren.

De kinderen rennen gillend over het schoolplein.

Waar heb jij die nieuwe sneakers gekocht?

Op dinsdagochtend laat mijn moeder altijd de hond uit.

Extra oefenen voor de E-toets

Vul de juiste werkwoordvorm in en benoem het werkwoord.

Kies uit: pv tt, pv vt, vdw, inf, bnw

Voorbeeld

Michael heeft de hele avond met Marieke ... (flirten)

geflirt, vdw

Dit soort onkosten ....we niet. (vergoeden)

Deze week hebben we een opdracht over
een ... student.
(uitloten)

Waarom ... je dat nog? (verbazen)

De ... minister-president probeerde zich in een interview te verdedigen. (afzetten)

Vorige maand ... hij nog iedere dag op school te komen. (beloven)

Jij bent niet goed ... . (informeren)

Jij ... volgens mij niet zo van dit vak. (houden)

Hij ... zijn vriendin altijd met lekker eten. (verwennen)

Die man heeft me nooit iets ... (verwijten)

Ik geloof niet dat de ... foto duidelijker is. (vergroten)

Mijn vriend ... dat een goed idee. (vinden)

De tuchtrechter heeft advocaat Bram Moszkowicz levenslang ... . (royeren)

Heb jij dat filmpje van de presentatie al ... . (uploaden)

Bram Moszkowicz mag van de Raad van Discipline het vak van advocaat niet meer ... (uitoefenen)

In Enschede hebben ze veel ... wegen. (verbreden)

De wegwerkers ... vorig jaar ook veel wegen in Hengelo. (verbreden)

Hij ... vorig jaar om alle domme grapjes die werden verteld. (lachen)

Van mijn oma heb ik deze mooie armband ... (erven)

Ik heb mijn adressenbestand per ongeluk ... .(deleten)

Einde van deze les

Je mag nu verder lezen in je leesboek OF

werkwoordspelling oefenen op

www.jufmelis.nl/werkwoordspelling

en www.cambiumned.nl/theorie/spelling/werkwoordspelling