H1L8 - 3HD - Donderdag - 1.5 Woorden - nieuwe woorden

Welkom 3HD : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen + praten over mening onderbouwen
  • Blooket
  • Samen lezen: tekst 1 (+ woordbetekenis) 
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 4, 5 + 7 en 8 van 1.5 Woorden of werk verder aan het tekstplan van jouw informatieve tekst 

Aan het einde van deze les
  • heb je nieuwe woorden leren gebruiken. 

Nederlands
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Informatieve tekst (week 40)
  • Repetitie hoofdstuk 1 (toetsweek)
  • Interviews (week 47) 
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3HD : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen + praten over mening onderbouwen
  • Blooket
  • Samen lezen: tekst 1 (+ woordbetekenis) 
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 4, 5 + 7 en 8 van 1.5 Woorden of werk verder aan het tekstplan van jouw informatieve tekst 

Aan het einde van deze les
  • heb je nieuwe woorden leren gebruiken. 

Nederlands
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Informatieve tekst (week 40)
  • Repetitie hoofdstuk 1 (toetsweek)
  • Interviews (week 47) 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuur heeft jullie informatieve tekst ook alweer?

Slide 4 - Open vraag

Wat staat er in een tekst met een verklaringsstructuur?

Slide 5 - Open vraag

Drie onderdelen van een verklaringsstructuur

1. Beschrijving van een verschijnsel 
2. Verklaringen (reden of oorzaak) van het verschijnsel
3. Belangrijkste of meest waarschijnlijke verklaring

Slide 6 - Tekstslide

Inleiding van een informatieve tekst
  • Noem het onderwerp
  • Maak aan de lezer duidelijk dat je tekst een verklaringsstructuur heeft 

Slide 7 - Tekstslide

Nu
  • Lees de inleiding van de klasgenoot naast je 
  • Vul bladzijde 3 in over deze inleiding
  • Bespreek deze feedback met elkaar
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Leespubliek
  • Degene voor wie een tekst geschreven is 
  • Bepaalt de afbeeldingen, het taalgebruik, het onderwerp en de aanspreekvorm (je of u) 
  • Voorbeelden: jongeren, docenten, studenten, bakkers, volwassenen

Slide 9 - Tekstslide

Bronnen
  • Plek waar jouw informatie vandaan komt (mens, boek, tijdschrift) 
  • Wees kritisch: niet elke bron is betrouwbaar
  • Check betrouwbaarheid: deskundigheid, doel, tekst zelf (bewijzen)

Voor jouw informatieve tekst kies je twee betrouwbare bronnen

Slide 10 - Tekstslide

Voor een informatieve tekst over het Noorderlicht haal je informatie van de website van een reisbureau die vakanties organiseert in Noorwegen, waar het Noorderlicht te zien is. Is deze bron betrouwbaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Bronnen
  • Plek waar jouw informatie vandaan komt (mens, boek, tijdschrift, website) 
  • Wees kritisch: niet elke bron is betrouwbaar
  • Check betrouwbaarheid: deskundigheid, doel, tekst zelf (bewijzen)

Voor jouw informatieve tekst kies je twee betrouwbare bronnen

Slide 12 - Tekstslide

Welke drie onderdelen heeft een verklaringsstructuur ook alweer?

Slide 13 - Open vraag

Drie onderdelen van een verklaringsstructuur

1. Beschrijving van een verschijnsel 
2. Verklaringen (reden of oorzaak) van het verschijnsel
3. Belangrijkste of meest waarschijnlijke verklaring

Slide 14 - Tekstslide

inleiding                            kern                                   slot
Hoe zou jij de onderdelen van een verklaringsstructuur verdelen over inleiding, kern en slot? Sleep elk onderdeel naar de juiste plek.
Beschrijving van het verschijnsel 
Verklaringen (redenen of oorzaken) van het verschijnsel
Belangrijkste of meest waarschijnlijke verklaring

Slide 15 - Sleepvraag

Schrijfopdracht: informatieve tekst











Vrijdag 4 oktober - 23:00: schrijfplan + eerste versie met feedback + definitieve versie inleveren (in één Word-document) via Som. Niet ingeleverd? Niet volledig? Of niet via Som? Dan krijg je het cijfer 1. Herkansen mag, met minpunt. 
Lesinhoud
Doen in de les / thuis
Les 1
Uitleg informatieve tekst + tekststructuren + leespubliek + doel inleiding
- Onderwerp en leespubliek kiezen 
- Inleiding schrijven 
Les 2
Uitleg bronnen zoeken + schrijfplan maken
- Peerfeedback inleiding
- Schrijfplan invullen
- Bronnen zoeken
Les 3
Uitleg opbouw alinea + citeren en bronvermelding + parafraseren (vwo) 
- Peerfeedback schrijfplan
- Citaat verwerken in de tekst
- Schrijfplan verbeteren 
- Start schrijven informatieve tekst (thuis afmaken) 
Les 4 
Eerste versie af en mee naar de les (vrijdag 27 september) 
- Peerfeedback eerste versie 
- Beoordelingsformulier doornemen en je tekst nakijken

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag: schrijfplan maken
  • Zoek op internet naar twee betrouwbare bronnen en lees over jouw onderwerp

    Met deze informatie in je achterhoofd: 
  • Verdeel de onderdelen van de verklaringsstructuur over de inleiding, kern en het slot 
  • Verdeel de kern in alinea's met deelonderwerpen
  • Noteer bij elk onderdeel in steekwoorden waarover je wilt schrijven
  • Noteer waar je deze informatie hebt gevonden (bronnen

Slide 17 - Tekstslide