Examen Lezen en Luisteren

Examen Lezen en luisteren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examen Lezen en luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel 
De voorkennis activeren over:
kernzinnen
tekstverbanden en signaalwoorden


Slide 2 - Tekstslide

Kernzin

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een kernzin?

Slide 4 - Woordweb

Kernzin
  • De kernzin is de belangrijkste zin in een alinea
  • De kernzin geeft aan waar een alinea over gaat
  • De kernzin vind je aan het begin of aan het eind van de alinea.
  • De andere zinnen zijn een uitwerking van de kernzin

Slide 5 - Tekstslide

Bepaal de kernzin
Je kunt er dieren verzorgen. Je kunt ze voeden, borstelen en hun stal schoonmaken. Maar je kunt er ook veel leren. Meestal is er wel een medewerker die je van alles over de dieren kan vertellen. En bijna altijd staan er speeltoestellen en schommels. Kortom: er is genoeg te beleven op de kinderboerderij. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de kernzin?
A
Je kunt er dieren verzorgen.
B
Kortom: er is genoeg te beleven op de kinderboerderij.
C
Je kunt ze voeden, borstelen en hun stal schoonmaken.
D
Meestal is er wel een medewerker die je van alles over de dieren kan vertellen.

Slide 7 - Quizvraag

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Tekstverbanden
In een tekst staan vaak verschillende verbanden. Als je de verbanden ziet, begrijp je de tekst beter.

Let op signaalwoorden. Die geven het verband aan in de tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Een aantal voorbeelden
Tekstverband
Signaalwoorden
Reden
daarom, omdat, namelijk
Tegenstelling
maar, echter, hoewel
Conclusie
kortom, dus
Oorzaak-gevolg
doordat, daardoor, zodat

Slide 10 - Tekstslide

Jan heeft zijn vmbo-diploma gehaald, waardoor hij kan studeren.
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak en gevolg
D
Tegenstelling

Slide 11 - Quizvraag

Kortom, we winnen deze wedstrijd wel.
A
Tegenstelling
B
Reden
C
Conclusie
D
Voorbeeld

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden
Maar = tegenstelling
Zo = voorbeeld
Ook = opsomming
waardoor = gevolg
Daarnaast = opsomming

Slide 14 - Tekstslide

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 15 - Open vraag

Zelfstandig werken
Examentraining Lezen 3F
Taalblokken

Slide 16 - Tekstslide