In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Debezetting van Nederland
Slide 1 - Tekstslide
Auto, radio en film
Ook ideeën konden steeds sneller verspreid worden.
In de jaren 20 hadden de meeste mensen een radio in huis.
De film werd in 1896 uitgevonden
Radio en film waren nieuwe massamedia.
Al deze ontwikkelingen bij elkaar leidden tot de moderne massasamenleving.
Radio uitzending na de Duitse inval in Nederland, 1940.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de aanleiding voor de Tweede Wereldoorlog?
Slide 3 - Open vraag
Wanneer valt Hitler Polen binnen?
A
1938 -1 sept
B
1939 - 1 sept
C
1940 - 5 aug
D
1941- 5 aug
Slide 4 - Quizvraag
Hoe wordt Hitlers manier van tweefrontenoorlog voorkomen genoemd?
A
Blitzkrieg
B
Von Schlieffenplan
C
Operatie Barbarossa
D
Battle of Britain
Slide 5 - Quizvraag
De Battle of Britain is een succes voor Hitler
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Waarom heeft Stalin moeite Hitler te verslaan?
Slide 7 - Open vraag
Wat is het keerpunt in WOII voor Hitler, waarna hij de oorlog gaat verliezen?
A
Slag bij Barbarossa
B
Slag om Engeland
C
Slag bij Stalingrad
D
Pearl Harbor
Slide 8 - Quizvraag
Welk land hoort niet bij de Asmogendheden?
A
Duitsland
B
Italië
C
Japan
D
Ottomaanse Rijk
Slide 9 - Quizvraag
Na welke gebeurtenis gaat de VS meedoen aan WOII?
A
Onbeperkte Duikbotenoorlog
B
Pearl Harbor
C
Inval van Polen
D
Inval van België
Slide 10 - Quizvraag
Wie is deze leider?
A
Churchill
B
Stalin
C
Roosevelt
D
Mussert
Slide 11 - Quizvraag
De bezetting van Nederland
Nederland verzette zich harder dan verwacht tegen de Duitse invasie. Dus: bombardement op Rotterdam en dreigen dat meer volgen.
Wilhelmina vlucht met gezin naar buitenland om niet gevangen genomen te worden.
Slide 12 - Tekstslide
In eerste instantie verandert er weinig na de capitulatie (overgave). Wat wel
1:Democratie wordt afgeschaft (NSB enige partij).
2:Censuur ook van toepassing op NLse kranten.
3:Gelijkschakeling doorgevoerd (andere mening niet mogelijk).
Slide 13 - Tekstslide
Rechtsstaat: onafhankelijke rechters die eerlijk oordelen over iedereen aanwezig in het land.
Nazi's schaffen rechtsstaat af. Rechters (en iedereen met belangrijk beroep) krijgen keuze: meewerken of ontslag nemen. Arierverklaring moet getekend worden.
Slide 14 - Tekstslide
Joden werden gelijk achter gesteld: kunnen arierverklaring niet tekenen, worden ontslagen.
Vanaf 1941: gebiedsverbod. Vanaf 1942: Jodenster dragen Vanaf 1943: grootschalige deportatie naar concentratiekampen.
Slide 15 - Tekstslide
In het begin was er actief verzet na aantal razzia's (grootschalig oppakken van mensen): Februaristaking (1941). Enige grootschalige verzet in NL en eerste in bezet gebied Nazi's.
Deelnemers voor zover bekend zijn opgepakt en afgevoerd.
Slide 16 - Tekstslide
Meerendeel van bevolking kwam daarom niet in verzet. 5% deed dit wel (bijzonder weinig vergeleken met andere landen).
Sommigen werkten ook samen met nazi's = collaborateur.
Slide 17 - Tekstslide
1944 wordt zuiden van NL bevrijd, tot de rivieren.
Plan wordt bedacht: Market Garden:
Vanuit Eindhoven zou in één keer doorgebroken worden naar Arnhem
Parachuten zouden bruggen bezetten.
Slide 18 - Tekstslide
Tegelijkertijd ging het spoorwegpersoneel staken = spoorwegstaking.
Spoorwegstaking had weinig succes omdat nazi's eigen treinen inzetten.
Gevolg: hongerwinter, er werd te weinig voedsel getransporteerd.
Slide 19 - Tekstslide
Hongerwinter ook doordat winter extreem koud was.
Op 5 mei wordt NL zo goed als geheel bevrijd (vandaar bevrijdingsdag).
4 mei: dodenherdenking. Herdenken van alle Nederlanders gestorven in oorlogssituaties.
Slide 20 - Tekstslide
Nederland capituleert in:
A
1939
B
1940
C
1941
D
1945
Slide 21 - Quizvraag
Alle docenten die 1942 lesgaven op reguliere scholen waren niet-Jood
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Het hele land moet hetzelfde zijn en denken wordt .. genoemd
Slide 23 - Open vraag
In 1940 vond regelmatig grootschalige deportatie van Joden plaats
A
Waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Hoe wordt het grootste Nederlandse verzet genoemd?
Slide 25 - Open vraag
Hoe worden mensen genoemd die samenwerken met nazi's?
Slide 26 - Open vraag
Hoe wordt het plan genoemd dat Britten bedachten om NL te bevrijden?
Slide 27 - Open vraag
Waarom was de spoorwegstaking geen succes?
A
Er deden te weinig NL'ers mee
B
De bruggen waren kapot geschoten
C
Het werd gevolgd door een razzia
D
De Nazi's gebruikten hun eigen treinen
Slide 28 - Quizvraag
Nederland wordt bevrijd op 4 mei 1945
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Welk woorden,begrippen en namen zijn deze les gebruikt?