Tweede Wereldoorlog (1939-1945); WOII in nederland




De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
 Debezetting van Nederland
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
 Debezetting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
De leerling kan aan de hand van een aantal begrippen en gebeurtenissen de bezetting van Nederland door Duitsland beschrijven en herkennen.


Maar eerst even kennis opfrissen!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de aanleiding voor de Tweede Wereldoorlog?

Slide 3 - Open vraag

Wanneer valt Hitler Polen binnen?
A
1938 -1 sept
B
1939 - 1 sept
C
1940 - 5 aug
D
1941- 5 aug

Slide 4 - Quizvraag

Hoe wordt Hitlers manier van tweefrontenoorlog voorkomen genoemd?
A
Blitzkrieg
B
Von Schlieffenplan
C
Operatie Barbarossa
D
Battle of Britain

Slide 5 - Quizvraag

De Battle of Britain is een succes voor Hitler
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waarom heeft Stalin moeite Hitler te verslaan?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het keerpunt in WOII voor Hitler, waarna hij de oorlog gaat verliezen?
A
Slag bij Barbarossa
B
Slag om Engeland
C
Slag bij Stalingrad
D
Pearl Harbor

Slide 8 - Quizvraag

Welk land hoort niet bij de Asmogendheden?
A
Duitsland
B
Italië
C
Japan
D
Ottomaanse Rijk

Slide 9 - Quizvraag

Na welke gebeurtenis gaat de VS meedoen aan WOII?
A
Onbeperkte Duikbotenoorlog
B
Pearl Harbor
C
Inval van Polen
D
Inval van België

Slide 10 - Quizvraag

Wie is deze leider?
A
Churchill
B
Stalin
C
Roosevelt
D
Mussert

Slide 11 - Quizvraag

De bezetting van Nederland
  • Nederland verzette zich harder dan verwacht tegen de Duitse invasie. Dus: bombardement op Rotterdam en dreigen dat meer volgen.
  • Wilhelmina vlucht met gezin naar buitenland om niet gevangen genomen te worden.

Slide 12 - Tekstslide

In eerste instantie verandert er weinig na de capitulatie (overgave). Wat wel 

1:Democratie wordt afgeschaft (NSB enige partij).
2:Censuur ook van toepassing op NLse kranten. 
3:Gelijkschakeling doorgevoerd (andere mening niet mogelijk).

Slide 13 - Tekstslide

dictatuur
  • Rechtsstaat: onafhankelijke rechters die eerlijk oordelen over iedereen aanwezig in het land.
  • Nazi's schaffen rechtsstaat af. Rechters (en iedereen met belangrijk beroep) krijgen keuze: meewerken of ontslag nemen. Arierverklaring moet getekend worden. 

Slide 14 - Tekstslide

rascisme
  • Joden werden gelijk achter gesteld: kunnen arierverklaring niet tekenen, worden ontslagen.
  • Vanaf 1941: gebiedsverbod.
    Vanaf 1942: Jodenster dragen
    Vanaf 1943: grootschalige deportatie naar concentratiekampen.

Slide 15 - Tekstslide

verzet
  • In het begin was er actief verzet na aantal razzia's (grootschalig oppakken van mensen): Februaristaking (1941). Enige grootschalige verzet in NL en eerste in bezet gebied Nazi's.
  • Deelnemers voor zover bekend zijn opgepakt en afgevoerd. 

Slide 16 - Tekstslide

Arbeidsinzet
  • Meerendeel van bevolking kwam  niet in verzet. 5% deed dit wel (bijzonder weinig vergeleken met andere landen).
  • Veel Nederlands werden te werk gesteld in Duitsland.

Slide 17 - Tekstslide

collaboratie
Samenwerken met de vijand.
Er waren meer Nederlanders die met de Duitsers samenwerkten dan dat er in het verzet zaten.

Slide 18 - Tekstslide

  • 1944 wordt zuiden van NL bevrijd, tot de rivieren.
  • Plan wordt bedacht: Market Garden:
  1. Vanuit Eindhoven zou in één keer doorgebroken worden naar Arnhem
  2. Parachuten zouden bruggen bezetten.

Slide 19 - Tekstslide

  • Tegelijkertijd ging het spoorwegpersoneel staken = spoorwegstaking.
  • Spoorwegstaking had weinig succes omdat nazi's eigen treinen inzetten. 
  • Gevolg: hongerwinter, er werd te weinig voedsel getransporteerd. 

Slide 20 - Tekstslide

Hongerwinter
  • Hongerwinter ook doordat winter  koud was.
  • Op 5 mei wordt NL zo goed als geheel bevrijd (vandaar bevrijdingsdag).
  • 4 mei: dodenherdenking. Herdenken van alle Nederlanders gestorven in oorlogssituaties.

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoel
De leerling kan aan de hand van een aantal begrippen en gebeurtenissen de bezetting van Nederland door Duitsland beschrijven en herkennen.

Slide 22 - Tekstslide

Nederland capituleert in:
A
1939
B
1940
C
1941
D
1945

Slide 23 - Quizvraag

Alle docenten die 1942 lesgaven op reguliere scholen waren niet-Jood
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Het hele land moet hetzelfde zijn en denken wordt .. genoemd

Slide 25 - Open vraag

In 1940 vond regelmatig grootschalige deportatie van Joden plaats
A
Waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Hoe wordt het grootste Nederlandse verzet genoemd?

Slide 27 - Open vraag

Hoe worden mensen genoemd die samenwerken met nazi's?

Slide 28 - Open vraag

Hoe wordt het plan genoemd dat Britten bedachten om NL te bevrijden?

Slide 29 - Open vraag

Waarom was de spoorwegstaking geen succes?
A
Er deden te weinig NL'ers mee
B
De bruggen waren kapot geschoten
C
Het werd gevolgd door een razzia
D
De Nazi's gebruikten hun eigen treinen

Slide 30 - Quizvraag

Nederland wordt bevrijd op 4 mei 1945
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Welk woorden,begrippen en namen zijn deze les gebruikt?

Slide 32 - Woordweb

Nu?
lezen paragraaf 4.4 en uitwerken aantekeningen

maken 4.4 (vraag 9 , 10 en 11 verplicht)

Tijdlijn WOII in Nederland maken van  10 mei 1940 tot 5 mei 1945


Slide 33 - Tekstslide