2A / 2C hoofdstuk 5.2

5.2 Wat wordt de prijs?
Marketing
Inkoopprijs
Brutowinstopslag
Verkoopprijs berekenen
Omzet berekenen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

5.2 Wat wordt de prijs?
Marketing
Inkoopprijs
Brutowinstopslag
Verkoopprijs berekenen
Omzet berekenen

Slide 1 - Tekstslide

3 vragen - werk in tweetallen
1.  Hoe duur is Red bull?
2. Hoe duur is het huismerk?
3. Wat kost het om 1 blikje energy drink te maken? 

Overleg met een klasgenoot, 4 minuten!
Lever je briefjes in.

Slide 2 - Tekstslide

Opschrijven! - alleen
Hoe kan het dat de blikjes zoveel in prijs verschillen in de winkel? 

(Red bull - huismerk)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Inkoopprijs
Lezen blz. 14  (BK)
Lezen blz. 134 (KTL)

Inkoopprijs = de prijs die de winkelier voor de producten betaalt.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 
Je koopt een mooie partij 
Daily Paper truien 
op voor € 30 per trui.

Wintercollectie 2022

Voor hoeveel zou je die verkopen? 

Slide 8 - Tekstslide

Brutowinstopslag


brutowinstopslag = het bedrag dat de winkelier bij de inkoopprijs optelt.

Slide 9 - Tekstslide

             Opgave
                                              Zalando verkoopt deze sneakers
                      De inkoopprijs is €50.
                                                  Hoeveel is de brutowinstopslag in euro's?
                                            

Slide 10 - Tekstslide

Oplossing
€ 89, 95 - € 50 = € 39,95




Slide 11 - Tekstslide

Nu maken
BK: 18 t/m 23 (blz. 14/15)

KTL: 20 t/m 26 (blz. 134/135)




Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De inkoopprijs is € 30
De brutowinstopslag is 95%. 
Hoeveel is de verkoopprijs?
Stap 1: 95% van €30 uitrekenen
30:100 x 95 = 28,50

Stap 2: € 30 + € 28,50 = € 58,50

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Nu maken
opgave 24 t/m 36

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de verkoopprijs berekenen
Je kunt de brutowinstopslag berekenen
Verschil omzet / afzet

Slide 20 - Tekstslide

reken uit...
Deze hoodie kost inkoop € 30 

Brutowinstopslag = 140%
van de inkoopprijs.

Wat is de verkoopprijs? 

Slide 21 - Tekstslide

Verkoopprijs
Stap 1: 140% van € 30 uitrekenen
30 :100 = 0,30 x 140 = €42   (of 140 : 100 x €30)
De brutowinstopslag is €42

Verkoopprijs =  INKOOP + BRUTOWINSTOPSLAG
€30 + € 42 = € 72

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

5.2 Wat wordt de prijs?
Marketing
Inkoopprijs
Brutowinstopslag
Verkoopprijs bepalen
Omzet / Afzet
Omzet berekenen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Hotdog verkoper zegt: 
"Hoe goedkoper ik de hotdogs maak, hoe meer ik verdien."

Waar / Onwaar

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Hotdog verkoper zegt: 
"Hoe goedkoper ik de hotdogs maak, hoe meer ik verdien."

Waar / Onwaar

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag!
B/K > 

KTL > 

Ben je klaar? 
Plusopdrachten blz. 44

Slide 33 - Tekstslide

Afzet x Verkoopprijs
Omzet - Inkoopprijs

Inkoopwaarde + Brutowinstopslag
Omzet
Verkoop prijs
Bruto winst

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Video

Wat verkoopt Luca?
A
product
B
dienst
C
product en dienst
D
geen van de antwoorden is goed

Slide 36 - Quizvraag

Naast 'geld verdienen' noemt Luca nog een doel van zijn bedrijf.
Welk doel?
A
jongeren aan het werk helpen
B
heel snel groeien
C
dat hij zich minder verveelt
D
eenzaamheid verminderen bij ouderen

Slide 37 - Quizvraag


Welke marketing
zet Luca in?
(je mag meerdere noemen)

Slide 38 - Open vraag

Hoe regelt Luca zijn verkkoopprijs?
A
€ 15 per uur
B
€ 50 voor elke klus
C
wat ze ervoor willen betalen
D
hij werkt gratis

Slide 39 - Quizvraag