De evolutie theorie in het kort: (kies 4 van de 8 opties)
Variatie in genotypen ontstaat bij ................................ voortplanting.
Daardoor is het genotype van individuen van dezelfde soort
......................................... precies hetzelfde.
De eigenschappen van individuen van één soort zijn daardoor
............................................precies hetzelfde.
Eigenschappen waardoor een individu een grotere overlevingskans heeft, worden ...................................... doorgegeven aan nakomelingen.