Leesvaardigheid examens 2022

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
We gaan de komende weken aan de slag met leesvaardigheid (H 1.2) boek A. 
De volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Functies van inleiding en slot
  • Hoofdgedachte
  • Tekstdoelen
  • Tekstverbanden 



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
De komende weken werken we aan de volgende leerdoelen: 

  1. Je benoemt hoe je open- en meerkeuzevragen beantwoord.
  2. Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  3. Je gebruikt passende tussenkopjes voor alinea's.
  4. Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.
  5. Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  6. Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnen is beginnen 
Noteer drie situaties die stress veroorzaken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonder stress geen succes 
  1. Bekijk de tekst globaal​
  2. Kijk naar de bron​
  3. Bekijk de alinea’s​
  4. Bepaal het onderwerp​



Vraag 1​
Bekijk de tekst globaal: wat is het onderwerp van de tekst?






Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp van de tekst bepalen​


  • Alinea’s​
  • Kernzinnen​
  • Eerste en laatste zin per alinea​
  • Titel​
  • Afbeeldingen




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Bronnen​

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie inleiding​
  • Het onderwerp van de tekst aangeven of beschrijven​
  • De aanleiding benoemen; waarom de tekst is geschreven​
  • Een korte samenvatting van de tekst geven​
  • Een centrale vraag stellen​
  • Deskundigen/ personen introduceren​
  • De mening van de schrijver beschrijven​


ALTIJD: de aandacht van de lezer; elke schrijver wil dat de tekst gelezen wordt.​

Vraag 3, 4 en 5








Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citeren 
Letterlijk overnemen wat iemand zegt​

‘Eerste twee woorden …. Laatste twee woorden’​

LET OP!​
Een hele zin​
Zinsgedeelte​
Woordgroep​

Vraag 6, 7 en 8







Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie slot 

  • Conclusie (dus, daarom…)​
  • Advies (het is beter, het is handiger als…)​
  • Samenvatting (samenvattend, kortom….)​
  • Toekomstverwachting ​
  • Waarschuwing​

Maak vraag 9 en 10




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting 
  • Conclusie: welke vragen gingen je goed af?​


  • Advies: kies twee vragen uit de tekst die je vaker wil oefenen​.

  • Samenvattend: welke onderwerpen uit deze les heb je behandeld?​


  • Waarschuwing: welke waarschuwing geef je jezelf als het gaat om lezen?​


  • Toekomstverwachting: welk cijfer zou je jezelf geven?




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialect 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnen is beginnen 
Vooroordelen

  • Gronings​
  • Haags​
  • Limburgs


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les

  • Aanpak tekst​
  • Onderwerp​
  • Bronnen​
  • Functies inleiding – slot​
  • Citeren




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?
Ga op zoek naar de moeilijke woorden in de tekst, ga lezen of ga bezig met een ander vak. 

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:

  1. Je benoemt hoe je open- en meerkeuzevragen beantwoord.
  2. Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  3. Je gebruikt passende  tussenkopjes voor alinea's.
  4. Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.
  5. Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  6. Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldverbeteraars 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Binnen = beginnen?

Wat doe jij om de wereld een beetje beter te maken? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen en tekstsoorten 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel
De schrijver heeft een bedoeling met zijn tekst. Elke tekst heeft dus een tekstdoel. Als je het tekstdoel kent, begrijp je de tekst beter. Ook weet je dat of het tekstdoel past bij jouw leesdoel.
=> de bedoeling van de schrijver

Tekstsoort: 
De schrijver kiest bij zijn tekstdoel een passende tekstsoort. 

Uitleg tekstdoel en tekstsoort 

Slide 21 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Tekstdoel informeren 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel overtuigen 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel activeren 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel amuseren 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?
Ga op zoek naar de moeilijke woorden in de tekst, ga lezen of ga bezig met een ander vak. 

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:

  1. Je benoemt hoe je open- en meerkeuzevragen beantwoord.
  2. Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  3. Je gebruikt passende  tussenkopjes voor alinea's.
  4. Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.
  5. Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  6. Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handschrift 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Binnen = beginnen 

Bedenk twee redenen waarom het belangrijk om met de hand  te schrijven. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte
Wat is een hoofdgedachte?
De hoofdgedachte van een tekst is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Om de hoofdgedachte te achterhalen, moet je eerst weten wat het onderwerp is.

Stappenplan hoofdgedachte:
Stap 1: lees de titel en de inleiding
Stap 2: bepaal het onderwerp van de tekst
Stap 3: bedenk wat de tekst je vertelt over dit onderwerp
Stap 4: formuleer de hoofdgedachte in één zin


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?
Ga op zoek naar de moeilijke woorden in de tekst, ga lezen of ga bezig met een ander vak. 

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Hoofdgedachte:

Vat in een zin samen waar deze les over is gegaan.​

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverbanden 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverbanden 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met tekstverbanden
Noteer het tekstverband en signaalwoord van de onderstaande tekst.

 

1. Het zijn dus niet de jongere, maar juist de oudere werknemers die een hoger risico lopen op verzuim vanwege werkstress en burnoutklachten.


2. Bij alle leeftijdsgroepen geeft 35-40 procent aan dat werkstress de belangrijkste reden is bij werkgerelateerd ziekteverzuim. Ook het aandeel 'psychische klachten en burnout' is in het ziekteverzuim bij jongeren niet groter dan bij ouderen. 


3. Als je bij de Action wil werken moet je over verschillende kwaliteiten beschikken. Denk aan flexibel zijn, klantvriendelijk en je moet hard kunnen werken.



Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met tekstverbanden
Noteer het tekstverband en signaalwoord van de onderstaande tekst.

 

4. Daarin werd gemeld dat stressklachten op steeds jongere leeftijd voorkomen en de belangrijkste verzuimoorzaak zijn bij jongeren. Ook de Volkskrant kopte onlangs 'Stress bedreigt jongeren in harde wereld'. En zo ontstaat het beeld van een jonge generatie werknemers die al vroeg in hun loopbaan afgebrand en afgeschreven thuis zit. 



5. Ten eerste zitten er veel meer oudere dan jongere werknemers ziek thuis. Ouderen tussen de 55 en 64 jaar verzuimen bijna twee keer zoveel (5,8 procent) als jongeren tussen de 25 en 34 jaar (3 procent). 


6. In klas 3 volgen leerlingen het project Loeks. Tijdens Loeks bezoeken zij allerlei mbo-scholen, zoals Noorderpoort, Alfa College en Terra.




Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?
Ga op zoek naar de moeilijke woorden in de tekst, ga lezen of ga bezig met een ander vak. 

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Wil je meer uitleg? Kom bij mij zitten.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:

  1. Je benoemt hoe je open- en meerkeuzevragen beantwoord.
  2. Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  3. Je gebruikt passende  tussenkopjes voor alinea's.
  4. Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.
  5. Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  6. Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies