Leesvaardigheid week 3

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom 


Binnen = beginnen 

Pak je boek en ga naar de juiste pagina. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
We gaan de komende weken aan de slag met leesvaardigheid (H 1.2) boek A. 
De volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Functies van inleiding en slot
  • Hoofdgedachte
  • Tekstdoelen
  • Tekstverbanden 



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
De komende weken werken we aan de volgende leerdoelen: 

  • Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  • Je gebruikt passende tussenkopjes voor alinea's.
  • Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.
  • Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  • Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dialect 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met een oefening.
  • Maak de juiste combinaties.


Klaar? 
  • Vergelijk de antwoorden met een ander tweetal. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dag Dialect 

Beantwoord zelfstandig 
vraag 11, 12 en 13.

Klaar? 
  • Vergelijk jouw antwoorden met je buurman of buurvrouw. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak vraag 14 tot en met 20.

Klaar?
Ga op zoek naar de moeilijke woorden in de tekst, ga lezen of ga bezig met een ander vak. 

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra uitleg 
of oefenen ? 
Kom bij mij langs.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:

  • Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  • Je gebruikt passende  tussenkopjes voor alinea's.
  • Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.
  • Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  • Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taal 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnen = beginnen
Welke tekstdoelen ken je nog?

  • Geef ook voorbeelden bij de tekstdoelen.  


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen en tekstsoorten 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel
De schrijver heeft een bedoeling met zijn tekst. Elke tekst heeft dus een tekstdoel. Als je het tekstdoel kent, begrijp je de tekst beter. Ook weet je dat of het tekstdoel past bij jouw leesdoel.
=> de bedoeling van de schrijver

Tekstsoort: 
De schrijver kiest bij zijn tekstdoel een passende tekstsoort. 

Uitleg tekstdoel en tekstsoort 

Slide 14 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Tekstdoel informeren 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel overtuigen 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel activeren 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel amuseren 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Beantwoord 
vraag 22 tot en met 27

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?

Ga op zoek naar de moeilijke woorden in de tekst, ga lezen of ga bezig met een ander vak. 

Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
overleggen op fluisterniveau
Wil je extra uitleg of oefenen? 
Kom bij mij langs.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
We werken aan de volgende leerdoelen:

  • Je benoemt wat de functies zijn van een inleiding en slot.
  • Je gebruikt passende  tussenkopjes voor alinea's.
  • Je onderscheidt tekstdoelen aan de hand van verschillende tekstsoorten.
  • Je verwoordt de hoofdgedachte van een tekst.
  • Je onderscheidt tekstverbanden in een tekst met behulp van signaalwoorden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies