H1 Landschappen 2A

Paragraaf 1.2: Gesteente verandert
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.2: Gesteente verandert

Slide 1 - Tekstslide

.....gebergte
..... gebergte
Scherpe punten.
Afgevlakt door verwering en erosie

Slide 2 - Tekstslide

Verwering
Het uitelkaar vallen van geteente.

Slide 3 - Tekstslide

Verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering

Slide 4 - Tekstslide

Mechanische verwering
Verwering waarbij gesteente verbrokkelt zonder dat de samenstelling verandert.
Door temperatuur of planten.

Slide 5 - Tekstslide

Mechanische verwering
  1. Vorstverwering
  2. Verwering door temperatuurverschillen
  3. Biologische verwering

Slide 6 - Tekstslide

Vorstverwering
Water in de spleten bevriest en ontdooit. 

Op een gegeven moment brokkelt gesteente af.

Slide 7 - Tekstslide

Verwering: Temperatuur verschillen
Een steen wordt overdag door de warmte van de zon heel warm en koelt 's nachts af tot onder het vriespunt.

Hierdoor zal de steen uitzetten en inkrimpen en daardoor afbrokkelen.

Slide 8 - Tekstslide

Biologische verwering
Wortels van planten en bomen zorgen voor het breken van gesteente.

Slide 9 - Tekstslide

Verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering

Slide 10 - Tekstslide

Chemische verwering: 
Verwering van gesteente door werking van zuurstof en vocht.

Slide 11 - Tekstslide

Grotten
  1. Er valt neerslag.
  2. Neerslag wordt zuur door  de plantenwortels. 
  3. Neerslag sijpelt door het  gesteente naar beneden. 
  4. Kalksteen lost op.

Slide 12 - Tekstslide

Karstgebieden
Gebieden van kalksteen worden ook wel karstgebieden genoemd. 

Gebied dat gekenmerkt wordt door het oplossen van kalksteen.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom vind je in Nederland alleen grotten in Zuid-Limburg?
A
In Zuid-Limburg valt meer neerslag dan in de rest van Nederland
B
In Zuid-Limburg bevindt zich kalksteen in de grond
C
In Zuid-Limburg is het regenwater zuurder
D
In de rest van Nederland komt geen verwering voor

Slide 14 - Quizvraag

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Chemische verwering
Mechanische verwering: water
Mechanische verwering: temperatuur
Mechanische verwering: planten

Slide 15 - Sleepvraag

Mechanische verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering

Slide 16 - Sleepvraag


A
mechanische verwering
B
chemische verwering

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Link

Verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering
Vorstverwering
Verwering temperatuur verschillen
Biologische verwering

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst

Slide 21 - Tekstslide

massabeweging
Gesteente dat langs een helling naar beneden komt onder invleod van de zwaartekracht.

Slide 22 - Tekstslide

Steile helling


Gesteente gaat rollen of vallen.
Flauwe helling


Gesteente schuift langzaam naar beneden.

Slide 23 - Tekstslide

 
Een Puinhelling is een helling die bestaat uit verbrokkeld gesteente.

Slide 24 - Tekstslide

Erosie
De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Net verweerd gesteente is hoekig en scherp.
Doordat stenen met elkaar botsen  en langs elkaar schuren in de rivier, worden de stenen steeds meer afgerond.

Hierdoor onstaat in de bovenloop van de rivier grind.


Slide 27 - Tekstslide

V-dal!

Slide 28 - Tekstslide

rivier/V-dal
gletsjer/U-dal

Slide 29 - Tekstslide

Gletsjer: ijsmassa's die langzaam naar beneden bewegen.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Firnbekken:
Komvormig gebied in de bergen waar zich sneeuw ophoopt en in ijs wordt omgezet

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeeld U-dal!

Slide 33 - Tekstslide

Fjorden: een u-vormig dal dat is volgelopen met zeewater.

Een u-vormig dal dat is volgelopen met zeewater.

Slide 34 - Tekstslide

0

Slide 35 - Video

Grind: zien met blote oog.
Zand: zien met blote oog
Klei: alleen zien met microscoop
Verwering en erosie zorgen ervoor dat gesteente in kleine korreltjes uiteenvalt.

Slide 36 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 37 - Sleepvraag


A
U-dal
B
V-dal

Slide 38 - Quizvraag

Wat heeft de grootste korrels?
A
zand
B
klei
C
grind

Slide 39 - Quizvraag

Hoe ontstaat een fjord?

Slide 40 - Open vraag

U-dal
Gletsjer
V-dal
Rivier

Slide 41 - Sleepvraag

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Delta

Slide 42 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 43 - Tekstslide