1.3 Gesteente wordt verplaatst

Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst en blijft liggen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst en blijft liggen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- herhaling vorige les
- nieuwe lesstof
- aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
- verwering; welke soorten


Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?

Slide 4 - Tekstslide

Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?
- wat is chemische verwering?


Slide 5 - Tekstslide

Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?
- wat is chemische verwering?
- wat is een karstgebied en hoe ontstaat het?


Slide 6 - Tekstslide

Mechanische verwering
  1. Vorstverwering
  2. Verwering door temperatuurverschillen
  3. Biologische verwering

Slide 7 - Tekstslide

Chemische verwering: 
Verwering van gesteente door werking van zuurstof en vocht.

Slide 8 - Tekstslide

Verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering
Vorstverwering
Verwering temperatuur verschillen
Biologische verwering

Slide 9 - Tekstslide

Karstgebieden
Gebieden van kalksteen worden ook wel karstgebieden genoemd. 

Gebied dat gekenmerkt wordt door het oplossen van kalksteen.

Slide 10 - Tekstslide


A
Dit is een jong gebergte
B
Dit is een oud gebergte

Slide 11 - Quizvraag

Een jong gebergte heeft ........
A
Lage toppen, schuine wanden en ondiepe dalen
B
Diepe dalen, hoge toppen en steile wanden

Slide 12 - Quizvraag

Welk gesteente is dit?
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm van verwering zie je?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering

Slide 14 - Quizvraag

Welke vorm van verwering zie je?
A
Vorstverwering
B
Biologische verwering
C
Verwering door temperatuurverschil

Slide 15 - Quizvraag

Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst en blijft liggen

Slide 16 - Tekstslide

leerdoelen
  • Je begrijpt wat de stroomsnelheid van een rivier te maken heeft met erosie en sedimentatie.
  • Je weet wat erosie en sedimentatie zijn.
  • Je kunt beschrijven en verklaren wat er in de boven-, midden- en benedenloop van een rivier gebeurt.

Slide 17 - Tekstslide

Steile helling


Gesteente gaat rollen of vallen.
Flauwe helling


Gesteente schuift langzaam naar beneden.

Slide 18 - Tekstslide

 
Een Puinhelling is een helling die bestaat uit verbrokkeld gesteente.

Slide 19 - Tekstslide

Erosie
De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Net verweerd gesteente is hoekig en scherp.
Doordat stenen met elkaar botsen  en langs elkaar schuren in de rivier, worden de stenen steeds meer afgerond.

Hierdoor onstaat in de bovenloop van de rivier grind.


Slide 22 - Tekstslide

V-dal!

Slide 23 - Tekstslide

rivier/V-dal
gletsjer/U-dal

Slide 24 - Tekstslide

Gletsjer: ijsmassa's die langzaam naar beneden bewegen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Firnbekken:
Komvormig gebied in de bergen waar zich sneeuw ophoopt en in ijs wordt omgezet

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld U-dal!

Slide 28 - Tekstslide

Fjorden: een u-vormig dal dat is volgelopen met zeewater.

Een u-vormig dal dat is volgelopen met zeewater.

Slide 29 - Tekstslide

Grind: zien met blote oog.
Zand: zien met blote oog
Klei: alleen zien met microscoop
Verwering en erosie zorgen ervoor dat gesteente in kleine korreltjes uiteenvalt.

Slide 30 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Delta

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag:
Maak in je schrift een lijst met belangrijke begrippen uit deze paragraaf. Leg de begrippen in je eigen woorden uit en schrijf het in je schrift op.
Klaar? Maak een samenvatting van deze pagina.
timer
1:00

Slide 32 - Tekstslide

Check!
Klopt het dat:


  •     Je begrijpt wat de stroomsnelheid van een rivier te maken heeft met erosie en sedimentatie.
    •     Je weet wat erosie en sedimentatie zijn.
    •     Je kunt beschrijven en verklaren wat er in de boven-, midden- en benedenloop van een rivier gebeurt.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is sedimentatie?
A
Het afslijten van gebergten
B
Het neerleggen van materiaal door water, ijs en wind
C
Ontstaan van de ijstijd
D
Het lenen van geld

Slide 34 - Quizvraag

neerleggen van sedimentatiemateriaal
A
erosie
B
verwering
C
sedimentatie

Slide 35 - Quizvraag

Erosie is:
A
Materiaal dat is ontstaan door afbraak
B
Verweringsmateriaal
C
Afschuren van het aardoppervlak
D
Het neerleggen van sediment

Slide 36 - Quizvraag


A
U-dal
B
V-dal

Slide 37 - Quizvraag

Wat heeft de grootste korrels?
A
zand
B
klei
C
grind

Slide 38 - Quizvraag

U-dal
Gletsjer
V-dal
Rivier

Slide 39 - Sleepvraag

Benedenloop
Bovenloop 
Middenloop

Slide 40 - Sleepvraag

Bekijk de doorsnede van de rivier. Welke omschrijving hoort waar?
Veel erosie
Beetje erosie
Sedimentatie grote stukken
Sedimentatie kleine stukken

Slide 41 - Sleepvraag

Slide 42 - Video