In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
- herhaling vorige les
- nieuwe lesstof
- aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Vorige les
- verwering; welke soorten
Slide 3 - Tekstslide
Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?
Slide 4 - Tekstslide
Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?
- wat is chemische verwering?
Slide 5 - Tekstslide
Vorige les
- verwering; welke soorten
- wat is mechanische verwering?
- wat is chemische verwering?
- wat is een karstgebied en hoe ontstaat het?
Slide 6 - Tekstslide
Mechanische verwering
Vorstverwering
Verwering door temperatuurverschillen
Biologische verwering
Slide 7 - Tekstslide
Chemische verwering:
Verwering van gesteente door werking van zuurstof en vocht.
Slide 8 - Tekstslide
Verwering
Mechanische verwering
Chemische verwering
Vorstverwering
Verwering temperatuur verschillen
Biologische verwering
Slide 9 - Tekstslide
Karstgebieden
Gebieden van kalksteen worden ook wel karstgebieden genoemd.
Gebied dat gekenmerkt wordt door het oplossen van kalksteen.
Slide 10 - Tekstslide
A
Dit is een jong gebergte
B
Dit is een oud gebergte
Slide 11 - Quizvraag
Een jong gebergte heeft ........
A
Lage toppen, schuine wanden en ondiepe dalen
B
Diepe dalen, hoge toppen en steile wanden
Slide 12 - Quizvraag
Welk gesteente is dit?
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente
Slide 13 - Quizvraag
Welke vorm van verwering zie je?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering
Slide 14 - Quizvraag
Welke vorm van verwering zie je?
A
Vorstverwering
B
Biologische verwering
C
Verwering door temperatuurverschil
Slide 15 - Quizvraag
Paragraaf 1.3: Gesteente wordt verplaatst
Slide 16 - Tekstslide
leerdoelen
Je kunt uitleggen wat massabewegingen zijn.
Je kunt 3 soorten erosie onderscheiden en je kan het proces vertellen en tekenen.
Je kunt aan de hand van kenmerken op een afbeelding een rivierdal en een gletsjerdal herkennen.
Slide 17 - Tekstslide
massabeweging
Gesteente dat langs een helling naar beneden komt onder invleod van de zwaartekracht.
Slide 18 - Tekstslide
Steile helling
Gesteente gaat rollen of vallen.
Flauwe helling
Gesteente schuift langzaam naar beneden.
Slide 19 - Tekstslide
Een Puinhelling is een helling die bestaat uit verbrokkeld gesteente.
Slide 20 - Tekstslide
Erosie
De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Tekstslide
Benedenloop: sedimentatie
Aan het einde van de rivier is de stroomsnelheid heel laag
Hierdoor treedt er veel sedimentatie op
Er ontstaat een delta
Def.: Systeem van geultjes, die telkens opgevuld worden met sediment. In de vorm van een delta
Slide 24 - Tekstslide
Stroming van een rivier
Bovenloop
Diepe dalen
Veel erosie
Stroomt hard
Middenloop
Veel verweringsmateriaal
Stroomt minder hard
Benedenloop
Sedimentatie- neergelegd verweringsmateriaal
Stroomt langzaam
Slide 25 - Tekstslide
Delta
Nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie waar een rivier in zee uitmondt.
Dus op plaatsen waar rivieren in zee uitmonden, komt zand en klei terecht. Er komen steeds meer lagen die langzaam dikker worden. Als dit proces lang genoeg doorgaat, ontstaat er nieuw land.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Net verweerd gesteente is hoekig en scherp.
Doordat stenen met elkaar botsen en langs elkaar schuren in de rivier, worden de stenen steeds meer afgerond.
Hierdoor onstaat in de bovenloop van de rivier grind.
Slide 28 - Tekstslide
V-dal!
Slide 29 - Tekstslide
Gletsjer: ijsmassa's die langzaam naar beneden bewegen.
Slide 30 - Tekstslide
rivier/V-dal
gletsjer/U-dal
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Firnbekken:
Komvormig gebied in de bergen waar zich sneeuw ophoopt en in ijs wordt omgezet
Slide 33 - Tekstslide
Voorbeeld U-dal!
Slide 34 - Tekstslide
Fjorden: een u-vormig dal dat is volgelopen met zeewater.
Een u-vormig dal dat is volgelopen met zeewater.
Slide 35 - Tekstslide
0
Slide 36 - Video
Grind: zien met blote oog.
Zand: zien met blote oog
Klei: alleen zien met microscoop
Verwering en erosie zorgen ervoor dat gesteente in kleine korreltjes uiteenvalt.
Slide 37 - Tekstslide
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Delta
Slide 38 - Tekstslide
Aan de slag:
Maak in je schrift een lijst met belangrijke begrippen uit deze paragraaf. Leg de begrippen in je eigen woorden uit en schrijf het in je schrift op.
Klaar? Maak een samenvatting van deze pagina.
timer
1:00
Slide 39 - Tekstslide
Check!
Klopt het dat:
kunnen jullie vertellen hoe wat een puinhelling is
weten jullie wat massabewegingen zijn en hoe ze ontstaan.
weten jullie meer over rivieren en hoe de loop van de rivier is.
Kunnen jullie verschillende dalen benoemen en herkennen.
Slide 40 - Tekstslide
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 41 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 42 - Quizvraag
A
U-dal
B
V-dal
Slide 43 - Quizvraag
Wat heeft de grootste korrels?
A
zand
B
klei
C
grind
Slide 44 - Quizvraag
Hoe ontstaat een fjord?
Slide 45 - Open vraag
U-dal
Gletsjer
V-dal
Rivier
Slide 46 - Sleepvraag
Benedenloop
Bovenloop
Middenloop
Slide 47 - Sleepvraag
Bekijk de doorsnede van de rivier. Welke omschrijving hoort waar?