2.3 les 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2: Jagers, boeren en farao's

2.3 Een machtige staat les 2

Leerdoelen 2.3 les 2

Ik kan de volgende begrippen uitleggen: staat, farao, ambtenaren, belasting en hiërogliefenschrift.

De staat Egypte

• Rond 3500 v.Chr. gingen de Egyptische steden samenwerken. Er ontstonden twee landen: Boven-Egypte en Beneden-Egypte.​
  
• Ca. 3100 v.Chr.: Boven-Egypte verovert Beneden-Egypte.​

• Na de verovering was er nog maar één land of staat (= gebied met grenzen en één bestuur).
  
• De farao (= leider van oud-Egypte) was de baas over de staat.​

De farao

De farao kwam uit een dynastie (= koningen uit dezelfde familie, die elkaar opvolgen).

Wat waren de taken van de farao?

1. Leider van het leger.
2. Staatshoofd van het land.
3. Belangrijkste priester.

Ambtenaren

• De farao kreeg hulp van ambtenaren (= mensen die werken voor de overheid) bij het bestuur.

1. Hielden toezicht op het land.​
2. Haalden belasting op.

• De vizier was de belangrijkste ambtenaar en hield weer het overzicht over de ambtenaren.
• De vizier en ambtenaren konden lezen en schrijven.

Belasting

• Egyptenaren betaalden belasting in oogst.
• Met de belasting werd:​
  

1. Loon betaald.​
   
2. Oorlog gevoerd.​
3. Bouwwerken betaald.

• Alle afspraken werden bijgehouden en opgeschreven met het hiërogliefenschrift.

Aan de slag

Maken 2.3 opdracht 1 t/m 12.

Zelfstandig en de eerste 10 minuten in stilte.

Alles wat je niet afkrijgt is huiswerk voor de volgende les.