Lo wordt gebruikt om een mannelijk persoon en zaak te vervangen.
La wordt gebruikt om een vrouwelijk persoon en zaak te vervangen.
Le (bij voorkeur) wordt gebruikt om de u vorm van een mannelijke persoon te vervangen.
La wordt gebruikt om de u vorm van een vrouwelijke persoon te vervangen.
1)¿No compras el periódico? Koop je de krant niet?
No hoy no ____ compro. Nee, vandaag koop ik hem niet.
2) ¿Ya has invitado a Martín? Heb je Martin al uitgenodigd?
No, no ______he invitado todavía. Nee ik heb hem nog niet uitgenodigd.
3) ¿Has visto a Eva? Heb je Eva gezien?
Sí, _________he visto en el mercado. Ja ik heb haar op de markt gezien.