Hoofdstuk 4: Welke invloed hebben de media?

Mike
Iginio
Anne (T)
Maas
Almira
Djamaira
James
Fenne
Milan
Anne (S)
Docent
Ga op je plek zitten en pak je spullen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mike
Iginio
Anne (T)
Maas
Almira
Djamaira
James
Fenne
Milan
Anne (S)
Docent
Ga op je plek zitten en pak je spullen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Welke invloed hebben de media?

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht: Hoe dan?
Een vader en zijn zoon krijgen een ernstig auto-ongeluk. De vader overlijdt ter plekke, de zoon is buiten bewustzijn en ernstig gewond. Hij wordt naar het beste ziekenhuis van de regio gebracht. Daar staat een topchirurg klaar om hem te opereren. De chirurg komt de operatiekamer binnen, ziet de jongen en zegt: ‘Ik kan deze jongen niet opereren.’ ‘Waarom niet?’ vraagt de zuster. ‘Omdat hij mijn zoon is!’ zegt de chirurg.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Doelen voor vandaag

Slide 6 - Tekstslide

1. De injectienaaldtheorie
Volgens deze theorie injecteren de media mensen met hun informatie en ideeën. Mensen nemen dat over zonder na te denken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

2. De selectieve perceptie theorie
Mensen kiezen volgens deze theorie zelf informatie die past bij hun referentiekader. Informatie die daar niet bij past, wordt niet gezien.

Slide 9 - Tekstslide

3. De agendatheorie
Volgens deze theorie bepalen de media niet hoe je denkt over een onderwerp, maar waar je over praat en wat je belangrijk vindt. De media selecteren uit alle informatie welke onderwerpen veel of juist weinig aandacht krijgen. 

Slide 10 - Tekstslide

Media

Slide 11 - Tekstslide

Media

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

4. Framingtheorie
 Volgens de framingtheorie kunnen de media een onderwerp, bewust of onbewust, op een bepaalde manier belichten. Dat noemen we framen. 

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen (PAK JE WISBORD)
Een nieuwsbericht over wolven in Nederland zegt:  Een artikel zegt: "Wolven maken de natuur mooier en gezonder." Een ander artikel zegt: "Wolven zijn gevaarlijk voor mensen en boerderijdieren.

Dit is een voorbeeld van:
a. Selectieve perceptie theorie
b. Injectienaaldtheorie
c. Agendatheorie
d. Framingtheorie

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen (PAK JE WISBORD)
Justin Bieber draagt in zijn nieuwe videoclip een trendy jas. Veel fans kopen precies dezelfde jas. 

Dit is een voorbeeld van:
a. Selectieve perceptie theorie
b. Injectienaaldtheorie
c. Agendatheorie
d. Framingtheorie

Slide 18 - Tekstslide

Oefenen (PAK JE WISBORD)
Kickboksers gedragen zich volgens sommige mensen agressiever omdat ze vaak naar gevechten op TV kijken. Dit gedrag verklaar je volgens de: 

a. Selectieve perceptie theorie
b. Injectienaaldtheorie
c. Agendatheorie
d. Framingtheorie

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen (PAK JE WISBORD)
De media besteden veel aandacht aan een aankomend mountainbike-event in jouw stad. Hierdoor gaan steeds meer mensen praten over mountainbiken. 

Dit is een voorbeeld van:
a. Selectieve perceptie theorie
b. Injectienaaldtheorie
c. Agendatheorie
d. Framingtheorie

Slide 20 - Tekstslide

Oefenen (PAK JE WISBORD)
 Welke theorie stelt dat je alleen informatie opneemt die past bij wat je al gelooft of interessant vindt?
a. Selectieve perceptie theorie
b. Injectienaaldtheorie
c. Agendatheorie
d. Framingtheorie

Slide 21 - Tekstslide

Maak opdrachten 
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Evalueren

Slide 23 - Tekstslide