Analyse Maatschappelijk Vraagstuk Mediatheorieen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Wat vond jij van de excursie gisteren?

Slide 2 - Poll

Zoveel punten zou ik de inzet van mijn begeleider geven gisteren
0100

Slide 3 - Poll

Zoveel punten zou ik mijn inzet geven gisteren
0100

Slide 4 - Poll

Welke tips en tops wil je geven over de excursie?

Slide 5 - Open vraag

welke reclame werkt?
Ga op zoek naar een vorm van reclame die volgens jou heel goed werkt. 
Geef het linkje naar de reclame op de volgende pagina+uitleg
- linkje
- waarom werkt deze reclame zo goed?

Slide 6 - Tekstslide

Linkje + uitleg waarom werkt deze reclame?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

1. Injectienaaldtheorie:
"Druppeltje voor druppeltje spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap van media heel makkelijk (letterlijk) over"

Bij deze theorie spelen de begrippen manipulatie en indoctrinatie een belangrijke rol.


Slide 10 - Tekstslide


1. Injectienaaldtheorie
'druppel voor druppel spuit de media ons vol met ideeën. Het publiek neemt de boodschap letterlijk over'

Manipulatie =
Geven van vervormde feiten of het weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt

Indoctrinatie =
Voortdurend opdringen van bepaalde opvattingen en meningen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

2. Multi-step-flow theorie
Bij de multi-step-flow-theorie nemen mensen pas informatie over wanneer deze door een grotere groep of een belangrijk persoon wordt verteld.

Slide 13 - Tekstslide

Leg met behulp van de multi-step-flow-theorie waarom Giro 555 zoveel verschillende bekende Nederlanders dezelfde boodschap laat opnemen?

Slide 14 - Open vraag


3. Media als betekenisverlener

Mensen hebben behoefte aan informatie en amusement en daarom gebruiken mensen media. Via deze amusementsprogramma's kunnen normen en waarden overgebracht worden.

Op lange termijn wordt de invloed van media sterker omdat ze via het bieden van informatie en amusement normen en waarden overgedragen.

Slide 15 - Tekstslide

De theorie van de selectieve perceptie


Deze theorie gaat juist over de macht van de mediagebruikers zelf.

Het referentiekader bepaalt welke informatie wel of niet bekeken wordt. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Agendatheorie
De media bepaalt niet wát mensen denken, maar waarover we denken en met elkaar praten, dus welk onderwerp bij mensen 'op de agenda staat'.
Bijvoorbeeld: Temptation Island, als daar iemand is vreemd gegaan, wordt daar de volgende dag op school/werk over gepraat.

Ook op de politieke agenda hebben de media invloed: politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan kunnen doen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze foto komt het meest overeen met hoe jij aankijkt tegen de examens

Slide 19 - Poll

macht van de media

Op welke manier worden we dan beïnvloed door de media? 
  • Injectienaaldtheorie: we nemen alles druppel voor druppel over ( M + I )
  • Multi-step-flowtheorie: mensen in de media hebben invloed (opinieleiders) 
  • Media als betekenisverlener: mensen hechten zich aan bepaalde programma's 
  • Selectieve perceptie theorie: mensen filteren door media, wat is interessant? 
  • Agendatheorie: onderwerpen aandragen voor politici

Slide 20 - Tekstslide

Beïnvloedingstheorieën
Over de beïnvloedingstheorieën is ook discussie:
  • Er is niet één theorie de beste!!! Bij de ene mediagebruiker past de ene theorie beter en bij de andere mediagebruiker past een andere theorie weer beter.
  • Over de injectienaaldtheorie wordt verschillend gedacht. Sommige mensen vinden dat kijkers helemaal niet zo makkelijk te beïnvloeden zijn, terwijl tegelijkertijd is gebleken dat films, reclames, series en games veel invloed hebben op jongeren.



Vaak kun je ook meerdere theorieën naast elkaar gebruiken.

Slide 21 - Tekstslide

Wat weet je nog van de les van gisteren?

Slide 22 - Open vraag

bespreken
eindexamensite:
toets: theorieën media

Slide 23 - Tekstslide




in de studiewijzer: Invalshoekeen en theorieën media.pdf
Op pagina 4 t/m 6 (77 en verder) 1 t/m 10 maken
Huiswerk voor morgen

Slide 24 - Tekstslide

"Je ziet wat je wilt zien en je hoort wat je wilt horen." Bij welke beïnvloedingstheorie van de media hoort deze uitspraak? Leg je antwoord uit.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Tot slot: verwijzen en citeren
Wat moet je doen als er staat: Citeer....: 

 Je kan het hele stuk overnemen wat je bedoelt, of je doet het als volgt:
Regel 24:  “Men zegt …….  vindt hij.”   Doe dit alleen op deze manier!

Lees altijd eerst de vraag > wat moet je precies doen? Moet je een vraag beantwoorden, een multiple choice vraag maken, alleen een citaat geven? 

Let hierbij steeds goed op, of er niet al iets gegeven staat. 


Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 30 - Tekstslide