In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Schakelingen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Herhaling
- De symbolen voor een stroomkring
- Verschil tussen serie en parallel
- Toepassingen van parallelschakelingen
- Hoe werkt een wisselschakeling
Slide 2 - Tekstslide
De afkorting voor Volt is;
A
Vo
B
V
C
v
D
A
Slide 3 - Quizvraag
Een geleider is bijna altijd gemaakt van een soort;
A
organische stof
B
metaal
C
niet-metaal
D
plastic
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor soorten isolatoren ken je?
Slide 5 - Woordweb
Schakelingen tekenen
Slide 6 - Tekstslide
phet.colorado.edu
Slide 7 - Link
Serieschakeling
Een serieschakeling heeft geen vertakkingen, er is maar één stroomkring. Als er een lampje kapot gaat, is de kring verbroken. Je krijgt dan een open stroomkring.
Slide 8 - Tekstslide
In een open stroomkring branden de lampjes niet.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Serie schakelaar
Een serieschakeling is niet altijd handig. Als er een lamp stuk is, valt gelijk de hele kring uit. Vaak zit er een schakelaar voor die de stroomkring kan stoppen op ieder moment.
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal EVEN GROOT. In ieder lampje evenveel Ampère.
Slide 10 - Tekstslide
Parallelschakeling
De schakeling is vertakt. Ieder lampje is direct verbonden met de batterij. Hier zijn dus 3 stroomkringen te zien. Ze kunnen ieder apart worden geopend en worden gesloten.
Slide 11 - Tekstslide
Stroomsterkte
De stroomsterkte wordt in het geval van parallel verdeeld over de lampjes. De lampjes zijn identiek, dus eerlijk over 3 verdeeld.
De totale stroomsterkte is 3,8 A, bereken de stroomsterkte van I3, in ampère.
Slide 12 - Tekstslide
In een parallelschakeling zitten 3 lampjes met ieder 2,4 A. Wat is de totale stroomsterkte?
Slide 13 - Open vraag
Vragen?
Wat ga je doen?
- Simulatie, parallelschakeling en serieschakelingen maken