Kennismaking Dienstverlening

Dienstverlening 
Assistent dienstverlening
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dienstverlening 
Assistent dienstverlening

Slide 1 - Tekstslide

Profiel dienstverlening 
Aan het eind van het jaar heb je een examen:
- Praktijkexamen (dit kan van alles zijn)



Slide 2 - Tekstslide

Assistent dienstverlening en zorg
Je kunt bij verschillende bedrijven en instellingen gaan werken. 
 
Je verleent diensten.

Een dienst is iets dat je voor een ander doet. 
Een ander woord voor dienst is service.

Slide 3 - Tekstslide

Blokken
We behandelen bij dienstverlening de volgende onderdelen:
-Blok 1 (oriëntatie)
- Blok 2 (ouderen)
- Blok 3 (kinderen)
- Blok 4 (Facilitair)
- Blok 5 (Gezonde leefstijl)
- Blok 6 (Financieel Secretarieel)

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht 

Slide 5 - Tekstslide

Sectoren dienstverlening
Wat is een sector of branche?

In welke sector loop je stage? 

Dit is een groep bedrijven die ongeveer dezelfde werkzaamheden uitvoeren.

Slide 6 - Tekstslide

Sector zorg en welzijn:
Waar kun je gaan werken?                                                      Werkzaamheden:
- Verpleeg- en verzorgingshuizen                                     - Klaarzetten van ontbijt
- Thuiszorg                                                                                    - Helpen bij het ontbijt 
- Ziekenhuizen
- Instellingen voor gehandicapten
- Sportscholen
- Kinderopvang en onderwijs

Slide 7 - Tekstslide

Kappersbranche 
Waar kun je gaan werken?
Kapsalon
- Barbershop

Werkzaamheden:
- Kapsalon netjes houden
- Koffie of thee serveren
- Haarverzorging (haren wassen)

Slide 8 - Tekstslide

Facilitaire dienst

Waar kun je gaan werken?                                      Werkzaamheden:
- Grote bedrijven                                                         - Ruimtes gebruiksklaar maken
- Ziekenhuizen                                                             - Schoonmaken 
- Scholen                                                                        - Klusjes uitvoeren (bv. printen)
- Kinderopvang

Slide 9 - Tekstslide

Gastvrijheidssector 
Waar kun je gaan werken?                                       Werkzaamheden:
- Restaurants                                                                 - Gasten ontvangen
- Lunchrooms                                                                - Ruimtes klaarmaken/opruimen
- Hotels                                              

Slide 10 - Tekstslide

Sector zorg en welzijn:
Er zijn verschillende instellingen waar zorg wordt gegeven aan mensen.


Voor wie is deze sector bedoeld?

Mensen die zorg nodig hebben.


Wie ontvangt er zorg in jouw omgeving? Ken jij zorgvragers?


Een zorgvrager is iemand die zorg nodig heeft. Soms is het voor mensen niet mogelijk om voor zichzelf of voor hun kinderen te zorgen.

In dat geval komt de sector zorg en welzijn in beeld.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1.05

Slide 12 - Tekstslide

Waar kun je werken? (zorginstellingen)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Welke zorginstelling
past bij de voorbeelden?

- kinderopvang
- gehandicaptenzorg
- verzorgingshuizen
- verpleeghuizen
- activiteitenbegeleiding
- ziekenhuis
- thuiszorg  

Slide 16 - Tekstslide

H1.5 Kappersbranch
Kappersbranch is een verzamelnaam voor alle kapperszaken. 

Kapper is iemand die voor zijn werk het haar van andere knipt of in model brengt. 

Je werkt in een kapsalon.
Dit is een zaak waar je je haar kunt laten verzorgen
Blz. 24

Slide 17 - Tekstslide

Kappers & werkzaamheden

Wat doet en kapper?                                         Welke verschillende kappers zijn er?  
- Haren knippen                                                       - Herenkapper, barbier(baard,snor)
- Haren in model brengen                                   - Kinderkapper
- Haren verven                                                          - Milieubewuste kapper 
- Baard scheren of knippen                                   (milieuvriendelijke producten)                                                                                               - Kapper voor kroeshaar                    
                                                                                            (krulkapper)




Slide 18 - Tekstslide

Facilitaire dienst

Je kunt bijvoorbeeld werken op een school als conciërge, in een sportschool of bij een schoonmaakbedrijf.

  Je zorgt dat ruimtes schoon en gebruiksklaar zijn en blijven.

 Je zorgt dat het gebouw klaar is om mensen te ontvangen.
 Je ontvangt en helpt mensen.


Slide 19 - Tekstslide

Verschillende taken als facilitair medewerker

1. Je zorgt dat ruimtes schoon en gebruiksklaar zijn en blijven. 

2. Je zorgt dat het gebouw klaar is om mensen te ontvangen.
 
3. Je ontvangt en helpt mensen.
Een bedrijf is dan klaar om open te gaan. Deuren zijn geopend, licht brand en de verwarming staat aan.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Gastvrijheidssector
Bij de horeca horen alle bedrijven die zich bezighouden met het verkopen van eten, drinken en overnachtingen. Het woord horeca bestaat uit 3 woorden:

Slide 22 - Tekstslide

Blz. 31

Slide 23 - Tekstslide

Een plek waar mensen kunnen overnachten tegen betaling. 
Een bedrijf waar mensen tegen betaling kunnen eten. 
Een horecabedrijf dat geld verdiend met het verkopen van drank. 
bv. bar, voetbalkantine.
Vekopen maaltijden die snel te bereiden zijn. 
bv. McDonals.
Verzorgt eten op locatie.
Een klein winkeltje waarje bijvoorbeeld koffie kunt kopen. 
Bv. op een station. 

Slide 24 - Tekstslide

Jij als assistent dienstverlening
en zorg

Slide 25 - Tekstslide

Jij als assistent 
In deze sector heb je verschillende werktijden. Bijvoorbeeld:
- Bij een kinderopvang ben je overdag aanwezig
- Bij een verpleeghuis is iemand dag en nacht aanwezig


Slide 26 - Tekstslide

Blz. 31

Slide 27 - Tekstslide

Jij als assistent in de facilitaire dienst

- Zorgen dat ruimtes opgeruimd, schoon en gebruiksklaar zijn.

- Kamers inrichten, schoonmaken, versiering ophangen, lampen vervangen.

- Na je dienst ruim je alles op en zorg je dat je werkplek schoon is. 

Slide 28 - Tekstslide

Jij als assistent in de gastvrijheidssector

- Onregelmatige werktijden: werktijden kunnen per dag en week wisselen.
 
- Voorraden in de keuken en bar aanvullen.

- Alles netjes opruimen en zorgen dat alles netjes is. 

Slide 29 - Tekstslide

Dienstverlenend handelen
Tijdens het verlenen van een dienst wil je iemand zo goed mogelijk helpen.
Je let op het volgende:
 
Je stelt vragen om erachter te komen wat iemand wenst en goed luisteren.
Zodra er een probleem is denk jij in oplossingen.
Je probeert situaties te onthouden en klanten, gasten of zorgvragers te herkennen. 
Je speelt in op onverwachtse gebeurtenissen

Slide 30 - Tekstslide

Je wilt dat de klanten, gasten of zorgvragers tevreden zijn over jouw werkzaamheden. Je doet je best hiervoor. 
Je helpt mensen als je ziet dat iemand iets niet weet of kan. 
Je gedrag en uitelijk passen bij de organisatie waarvoor je werkt. 

Slide 31 - Tekstslide