Junior Einstein groep 6 les 8 Het gezonken eiland

Dit is Junior Einstein les 8 voor groep 6.
De tekst: Het gezonken eiland.
Je krijgt zo een tekst te zien. Lees deze tekst eerst goed door. Maak daarna de vragen. De tekst komt voor elke vraag opnieuw in beeld, zodat je makkelijk met één klik naar de tekst kunt.

Tip: Lees voor het beantwoorden van de vraag ook de zinnen die voor en na de genoemde regels komen!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dit is Junior Einstein les 8 voor groep 6.
De tekst: Het gezonken eiland.
Je krijgt zo een tekst te zien. Lees deze tekst eerst goed door. Maak daarna de vragen. De tekst komt voor elke vraag opnieuw in beeld, zodat je makkelijk met één klik naar de tekst kunt.

Tip: Lees voor het beantwoorden van de vraag ook de zinnen die voor en na de genoemde regels komen!

Slide 1 - Tekstslide

lees tot en met zin 3

Slide 2 - Tekstslide

wat betekent legende

Slide 3 - Open vraag

lees tot en met zin 5

Slide 4 - Tekstslide

wat betekent filosoof?

Slide 5 - Open vraag

lees tot en met zin 9

Slide 6 - Tekstslide

wat betekent detail

Slide 7 - Open vraag

lees tot en met zin 14

Slide 8 - Tekstslide

wat betekent bood?

Slide 9 - Open vraag

lees tot en met zin 18

Slide 10 - Tekstslide

wat betekent gretig?

Slide 11 - Open vraag

lees tot en met zin 23

Slide 12 - Tekstslide

wat betekent wetenschappers

Slide 13 - Open vraag

lees tot en met zin 24

Slide 14 - Tekstslide

wat betekent aangestroffen?

Slide 15 - Open vraag

lees de tekst af

Slide 16 - Tekstslide

wat betekent waargebeurd?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

zijn er nog moeilijke woorden?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

1. Lees: Plato was een filosoof. (r. 4)
Wat was Plato?
A
een koning
B
een denker
C
een kapitein
D
een leugenaar

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

2. Lees: Op een ... gezien. (r. 6-10)
Welke zin past het best bij dit stukje?


A
Het was een goed idee van Plato om alles op te schrijven over Atlantis.
B
Het was niet zo slim van Plato om alles op te schrijven over Atlantis.
C
Plato heeft een mooi verhaal verzonnen en opgeschreven.
D
Plato geloofde niet dat Atlantis echt heeft bestaan.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

3. Lees: Na een ... meer. (r. l5-17)
Welk woord past het best bij dit stukje?
A
jaloers
B
hebberig
C
gemeen
D
ijdel

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

4. Lees: Hun belangrijkste ... Atlantische Oceaan. (r.17-20)
Wat past het best bij dit stukje?
A
de ondergang van Atlantis
B
Zeus de Vriendelijke
C
de Griekse goden
D
het Ieven op Atlantis

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

5. Lees: Wat denk ... verhaal? (r. 25 en 26)
Wat doet de schrijver hier?
A
Hij wil je overtuigen van zijn mening.
B
Hij vraagt om jouw hulp.
C
Hij wil je overhalen actie te ondernemen.
D
Hij vraagt naar jouw mening.

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

6. Waar gaat deze tekst vooral over?
A
over het Ieven van Plato
B
over de Oude Grieken en hun goden
C
over de legende van Atlantis
D
over de onderzoeken naar Atlantis

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

7. Wat voor soort tekst is dit?
A
een legende
B
een gedicht
C
een verhaal
D
een weettekst

Slide 33 - Quizvraag

wat vind je nog lastig?

Slide 34 - Woordweb

wat vond je van de tekst
leuk
oké
saai
stom

Slide 35 - Poll

waarom vond je de tekst leuk/oké/saai of stom?

Slide 36 - Open vraag

wat vond je van de tekst?
makkelijk
niet makkelijk, niet moeilijk
moeilijk

Slide 37 - Poll

waarom vond je het makkelijk/ niet makkelijk, niet moeilijk/ moeilijk?

Slide 38 - Open vraag

einde

Slide 39 - Tekstslide