KA 23: Wereldwijde handelscontacten (VOC & WIC)

KA 23:
'Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.'
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KA 23:
'Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.'

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
Herhalen: antwoord geven op een examenvraag
Uitleg kenmerkend aspect 6.1 
Online maken examenvragen mbt H5

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld examenvraag
'Leg uit waarom de reformatie een indirecte oorzaak van de Nederlandse opstand is.'
Fout: simpelweg beginnen met opschrijven wat je weet. Waarom? Je geeft vaak niet echt antwoord.
VB: 'Luther wilde met de reformatie de kerk veranderen veel koningen waren daartegen en grepen hard in ook Karel V in de Nederlanden waren de ideeën van Luther namelijk populair.'

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld examenvraag
'Leg uit waarom de reformatie een indirecte oorzaak van de Nederlandse opstand is.'
1. De reformatie is een indirecte oorzaak van de opstand omdat...
2. De ideeën van Luther zich naar de Nederlanden verspreidden waarop Karel V hier erg hard ingreep. De onvrede over deze reactie leidde uiteindelijk tot de Beeldenstorm en de Opstand.

Slide 4 - Tekstslide

KA 23

'De wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van de wereldeconomie.'
Dit volgt eigenlijk op een KA uit H5: 'het begin van de Europese expansie overzee'

Slide 5 - Tekstslide

KA 23 'De wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van de wereldeconomie.'
- Moedernegotie --> Graan handel met de Oostzee waardoor Nederland zich kon specialiseren.

- Geld maakt geld -> dit geld investeert de Republiek in nieuwe handel. 


Slide 6 - Tekstslide

Specerijenhandel
De specerijen handel werd volledig gecontroleerd door Spanje en Portugal.
Spanje wilde helemaal niet meer handelen met Nederland. 
Om toch aan specerijen te komen zullen de Nederlanders zelf moeten gaan handelen met Indië.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom wilde Spanje in deze tijd geen handel drijven met de Republiek?

Slide 8 - Open vraag

Investeren
De risico's van de nieuwe handel zijn groot. De investering is hoog. Winst is niet zeker. 
Oplossing: samenwerken en de kosten delen.

Slide 9 - Tekstslide

Handelscompagnie
Om te zorgen dat het winstgevend blijft besluit de Nederlandse staat alle handelscompagnieën in één compagnie samen te voegen:

1602: Verenigde Oostindische Compagnie(VOC) 
Handel met Azië

1621: West-Indische Compagnie (WIC) 
Driehoekshandel 


Slide 10 - Tekstslide

Driehoekshandel
WIC

Slide 11 - Tekstslide

Privileges
VOC en WIC hadden veel macht

- Kaperbrieven 
- Ze mochten forten bouwen
- Ze hadden soldaten in dienst
- Handelsmonopolie

Stel je voor dat Phillips of Shell een eigen 
leger had. 




Slide 12 - Tekstslide

Wat is een handelsmonopolie?

Slide 13 - Open vraag

Wereldeconomie
Europeanen bouwen overal handelsforten: factorijen. Ze proberen het land meestal niet te veroveren. Doel = winst. 
Elk continent staat door handel met elkaar in verbinding, er is dus sprake van een wereldeconomie

Slide 14 - Tekstslide

Zelf aan de slag
In de les: klik op de Google Forms link en maak de examenvragen volgens de stappen. 

Slide 15 - Tekstslide