Vroeg Moderne Tijd - KA 25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van

KA 25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KA 25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Kapitalisme =

Economisch systeem waarbij mensen kapitaal investeren met de bedoeling winst te maken.
Bij handelskapitalisme regelt de kapitalist een schip met bemanning en vaart af naar een overzeese kolonie / handelspost. Daar koopt hij producten (bijv. specerijen), die hij in Europa verkoopt en zo winst maakt.

Slide 3 - Tekstslide

Wereldeconomie ontstond als gevolg van de Europese overzeese expansie: VOC en WIC
Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602 )
- opgericht door J. v. Oldenbarnevelt met de bedoeling economisch sterker te staan.
- voer in konvooi (met een schip van de admiraliteit) om minder last te hebben van de Spaanse vijand
- verkocht aandelen om startkapitaal te krijgen (1e NV ter wereld)
- was een handelscompagnie die oorlog mocht verklaren en verdragen mocht sluiten met vorsten in de koloniën
- was opgericht om goedkoop specerijen naar Europa te halen
- is vooral rijk geworden van de inter-Aziatische handel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wereldeconomie ontstond als gevolg van de Europese overzeese expansie: VOC en WIC
West-Indische Compagnie (1621)
opgericht na het Twaalfjarig Bestand
- om Spanje dwars te zitten (= kaapvaart tegen de Spanjaarden – Piet Hein/ zilvervloot)
- om de handel met Amerika te versterken: gevolg was de driehoekshandel tussen Amerika, Europa en Afrika.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 9 - Tekstslide

Examenvraag  2015-I
Opdracht
Examenvraag

Slide 10 - Tekstslide


Examenvraag
Opdracht
Je mag je device gebruiken
Je werkt zelfstandig.
Je werkt in stilte

Slide 11 - Open vraag

Antwoord

Slide 12 - Tekstslide