Fictie §1 setting en sfeer

Je gaat rustig zitten.
Je legt je spullen klaar:
-leesboek
-lesboek, schrift + pen (laptop/ dicht)
§1 Setting en sfeer
Voordat we beginnen:
WELKOM T2B
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je gaat rustig zitten.
Je legt je spullen klaar:
-leesboek
-lesboek, schrift + pen (laptop/ dicht)
§1 Setting en sfeer
Voordat we beginnen:
WELKOM T2B

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
1. Lezen 'Like me'
2. Theorie setting en sfeer
3. Zelfstandig werken
4. Afronden en terugblikken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie lezen 
Gezamenlijk boek lezen! Samen en zelfstandig.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je weet wat de begrippen 'setting' en 'sfeer' betekenen.
  • Je kunt de setting en sfeer van een verhaal beschrijven.
Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Setting en sfeer
Verhalen spelen zich af in een bepaalde setting. De setting bestaat uit de plaats, tijd en omstandigheden die de achtergrond vormen waartegen het verhaal zich afspeelt. 

  • Plaats, bijvoorbeeld in een bepaald land, in een stad of in een dorp, in een restaurant, op school.
  • Tijd, bijvoorbeeld heden (tegenwoordig), verleden, toekomst, een specifiek jaar of seizoen.
  • Omstandigheden: bijvoorbeeld oorlog, zombie-uitbraak, sneeuwstorm, vakantie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De plaats, tijd en omstandigheden zijn 
samen vaak heel bepalend voor de sfeer van een 
verhaal. De sfeer kan bijvoorbeeld griezelig, 
dreigend, benauwend, kil, geheimzinnig, 
ontspannen, verveeld, romantisch of 
onbezorgd zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie zaken bepalen de setting en sfeer in een verhaal?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een spannende film/serie kijkt of een spannend boek leest, wat valt dan op aan de omgeving (setting)?
A
Het onweert vaak.
B
De zon schijnt, vogeltjes fluiten.
C
Het is schemerig, donker of nacht.
D
Oogverblindende natuur, veel dieren.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de sfeer als de setting een donker bos is?
A
Griezelig
B
Dreigend
C
Geheimzinnig
D
Ontspannen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar heeft de setting invloed op?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

opdracht 2 Fictie H6
Welke woorden van sfeer kwamen in je op
bij deze trailer?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem een soort
sfeer:

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lees mee in je lesboek
Opdracht 1

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk


Huiswerkopdracht
(Af)maken:
Cursus 3 Fictie, §1 Setting en sfeer.
Opdracht 2 en 3

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je weet wat de begrippen 'setting' en 'sfeer' betekenen.
  • Je kunt de setting en sfeer van een verhaal (jouw boek) beschrijven.
Lesdoelen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies