Fictie §1 setting en sfeer

Je gaat rustig zitten.
Je legt je spullen klaar:
-leesboek
-lesboek, schrift + pen (laptop/ dicht)
§1 Setting en sfeer
Voordat we beginnen:
WELKOM 2BKT1
timer
2:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je gaat rustig zitten.
Je legt je spullen klaar:
-leesboek
-lesboek, schrift + pen (laptop/ dicht)
§1 Setting en sfeer
Voordat we beginnen:
WELKOM 2BKT1
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

1. Starten met Cursus 3: Fictie.
2. Klassikaal door paragraaf 1 heen.
3. Oefenvragen in LessonUp.
4. Zelfstandig werken
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
-->Op de leeslijst vul je je naam, titel en schrijver van je boek in.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

  • Je weet wat de begrippen 'setting' en 'sfeer' betekenen.
  • Je kunt de setting en sfeer van een verhaal (jouw boek) beschrijven.
Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Setting en sfeer
Verhalen spelen zich af in een bepaalde setting. De setting bestaat uit de plaats, tijd en omstandigheden die de achtergrond vormen waartegen het verhaal zich afspeelt. 

  • Plaats, bijvoorbeeld in een bepaald land, in een stad of in een dorp, in een restaurant, op school.
  • Tijd, bijvoorbeeld heden (tegenwoordig), verleden, toekomst, een specifiek jaar of seizoen.
  • Omstandigheden: bijvoorbeeld oorlog, zombie-uitbraak, sneeuwstorm, vakantie.

Slide 6 - Tekstslide

De plaats, tijd en omstandigheden zijn 
samen vaak heel bepalend voor de sfeer van een 
verhaal. De sfeer kan bijvoorbeeld griezelig, 
dreigend, benauwend, kil, geheimzinnig, 
ontspannen, verveeld, romantisch of 
onbezorgd zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over de plaats
van het verhaal? Gebruik steekwoorden.

Slide 10 - Woordweb

Noteer in steekwoorden in welke tijd dit verhaal zich afspeelt. Noem voorbeelden.

Slide 11 - Open vraag

Wat kun je zeggen over de omstandigheden
van het verhaal? Gebruik steekwoorden.

Slide 12 - Woordweb

Lees mee in je lesboek
kgt: blz. 64 + 65
th: blz. 62 + 63

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk


Huiswerkopdracht
(Af)maken:

Cursus 3 Fictie, §1 Setting en sfeer.
Opdracht 2 en 3
th: blz. 61-63 
ha: blz. 64      a: blz. blz. 64

Slide 15 - Tekstslide

  • Je weet wat de begrippen 'setting' en 'sfeer' betekenen.
  • Je kunt de setting en sfeer van een verhaal (jouw boek) beschrijven.
Lesdoelen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke drie zaken bepalen de setting en sfeer in een verhaal?

Slide 18 - Open vraag

Fictiedossier keuzeopdrachten
1. Boekposter/folder
2. Recensie schrijven
3. Interview met hoofdpersoon
(Teams NE/ Bestanden/ Fictiedossier)
--> inleverdatum: 20 juni 2024

Slide 19 - Tekstslide