De bakker gaat in de zomer op vakantie en doet zijn zaak 6 weken dicht. Zijn kosten voor die periode worden lager, maar sommige dingen moet hij doorbetalen.
Welke kosten moet hij doorbetalen?
Welke kosten vallen tijdelijk weg?
Slide 3 - Tekstslide
Constante/vaste kosten
Doorbetalen:
Huurkosten bedrijfsgebouw/pand
Afschrijvingskosten machines
Loonkosten van medewerkers in vaste dienst
=> Constante / vaste kosten zijn kosten die onafhankelijk zijn van de hoeveelheid die je produceert (ook bij 0!)
Slide 4 - Tekstslide
Variabele kosten
Doorbetalen:
Grondstof/materiaalkosten
Energiekosten
Loonkosten van medewerkers met flexibele uren
Transportkosten
=> Variabele zijn kosten die afhankelijk zijn van de hoeveelheid die je produceert (veranderen als je meer of minder gaat produceren)
Slide 5 - Tekstslide
Gemiddelde variabele kosten GVK
Gemiddelde variabele kosten => GVK
De variabele kosten voor 1 product
Bijvoorbeeld: de gemiddelde variabele kosten voor het maken van 1 stoel zijn 50 euro.
Slide 6 - Tekstslide
Totale variabele kosten TVK
Totale variabele kosten => TVK
De variabele kosten voor een bepaalde hoeveelheid productie.
Bijvoorbeeld de totale variabele kosten van 10 stoelen die 50 euro GVK zijn
10 x 50 = 500 euro
Slide 7 - Tekstslide
Variabele kosten
3 varianten:
proportioneel als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met 10%
degressief als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met < 10%
progressief als q toeneemt met 10%, neemt TVK toe met > 10%
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Totale kosten
Totale kosten zijn de totale constante kosten en totale variabele kosten bij elkaar opgeteld (voor een bepaalde productie)
Totale kosten = Totale constante kosten + Totale variabele kosten
TK = TCK + TVK
Slide 10 - Tekstslide
Formule
TK = 50 x Q + 10.000
GVK = 50 euro
TCK = 10.000 euro
TK bij een productie van 200 =>
50 x 200 + 10.000 = 20.000 euro
Slide 11 - Tekstslide
Marginale kosten
Marginaal = 1 extra
Marginale kosten = kosten van 1 extra
50 producten => extra kosten van 51e product
Constante kosten vallen weg!
Proportioneel => MK = GVK
Slide 12 - Tekstslide
Marginale opbrengsten
Marginaal = 1 extra
Marginale opbrengsten = opbrengsten van 1 extra (niet winst)