Spelling 4havo

Welkom
Actiepunten:
-nieuwe planning boekpromoties is gemaakt en loopt
-SE woordjes (zie mail en Classroom, 26 mei)
-denk aan je leesdossiers, einddatum 19 juni 2020
(de tijd gaat snel!)
-behandeling meervoud (opdracht 4 blz. 270)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Actiepunten:
-nieuwe planning boekpromoties is gemaakt en loopt
-SE woordjes (zie mail en Classroom, 26 mei)
-denk aan je leesdossiers, einddatum 19 juni 2020
(de tijd gaat snel!)
-behandeling meervoud (opdracht 4 blz. 270)

Slide 1 - Tekstslide

Absenten en afspraken:
Het is verplicht om mee te doen met Lessonup. Laat het me tijdig weten als je telefoon kapot is of niet beschikbaar is. 

Het is mogelijk dat ik je absent meld wanneer je niet actief meedoet met de les. 

Slide 2 - Tekstslide

Meervoud: opdr. 4 blz. 270
Hoe je het meervoud van een woord maakt, hangt vaak af van de uitgang (het einde) van het woord.

1. als woorden op een korte klinker eindigen (a, u, o, i) dan krijgen ze in het meervoud een apostrof + s.
auto - auto's enz.
Dit geldt niet voor woorden die op een -e eindigen (bloemetjes)

Slide 3 - Tekstslide

Meervoud:
2. woorden die op een -y eindigen, krijgen altijd een 
   apostrof + s. (lolly - lolly's / baby - baby's)

3. woorden die op een combinatieklank met een 'y' eindigen, 
   verliezen de apostrof. (discjockeys)

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud:
4. woorden die eindigen op - ee krijgen +ën 
(ideeën - zeeën)

5. woorden die eindigen op -é krijgen + s (geen apostrof)
(logés)

6. woorden die eindigen op -eau (oo) krijgen ook +s (geen apostrof)
(cadeaus)

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud:
6. woorden die eindigen op -ie:
check de klemtoon;
1. de klemtoon ligt op de - ie, dan +ën
2. de klemtoon ligt eerder, dan trema op e die er al staat +n

dus: melodieën en bacteriën

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud:
7.  woorden die eindigen op een onbeklemtoonde -ik, -et, -el ,-es krijgen in het meervoud geen verdubbeling van de medeklinker. 

perzik - perziken
dreumes - dreumesen
havik - haviken

Slide 7 - Tekstslide

Meervoud:
8. sommige woorden hebben twee meervoudsvormen, op -s en op - en: gedachten/gedachtes - groente/groentes

9. sommige woorden hebben geen meervoudsvorm: melk, rijst, tarwe

10. sommige woorden krijgen een meervoudsvorm vanuit hun Latijnse achtergrond: medicus/medici  -  museum/musea  - centrum/centra
maar ook crisis/crises. 


Slide 8 - Tekstslide

Welke vorm is correct?
A
pianoos
B
piano'os
C
pianos
D
piano's

Slide 9 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
kolonieën
B
koloniën

Slide 10 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
stommeriken
B
stommerikken

Slide 11 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
dvd-s
B
dvd's

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
technicussen
B
technici

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
skies
B
ski's

Slide 14 - Quizvraag

Welke vorm is juist?
A
fotograven
B
fotografen

Slide 15 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
patés
B
pate's
C
patees

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
loverboy's
B
loverboys

Slide 17 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
knieën
B
kniën
C
knie'en

Slide 18 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
shampoo's
B
shampoos

Slide 19 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
wee'en
B
weeën

Slide 20 - Quizvraag

Welke vorm is correct?
A
laarsen
B
laarzen

Slide 21 - Quizvraag

Afsluiting:
-maak opdracht 4 op blz. 270
-denk aan je leesdossiers

-zijn er nog vragen?

Slide 22 - Tekstslide