H1 Quiz Laat nog wat over - Herhaling 1-2 methode

Wanneer stijgt de consumptie?

A
Bij toename van het aantal sterfgevallen
B
Bij toename van de afvalberg.
C
Bij stijging van het gemiddelde inkomen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wanneer stijgt de consumptie?

A
Bij toename van het aantal sterfgevallen
B
Bij toename van de afvalberg.
C
Bij stijging van het gemiddelde inkomen.

Slide 1 - Quizvraag

Hoe noem je de groei van de productie?
A
kapitaalintensief
B
economische groei
C
arbeidsproductiviteit

Slide 2 - Quizvraag

Wat is NIET nodig voor economische groei?

A
Een bedrijf neemt extra personeel aan.
B
Een bedrijf koopt meer machines.
C
Een bedrijf bouwt een extra bedrijfshal.
D
Een bedrijf ontslaat de helft van het personeel.

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer remt de natuur de economische groei?
A
Als er gebrek is aan grondstoffen en ruimte.
B
Als er gebrek is aan ruimte.
C
Als er gebrek is aan grondstoffen.

Slide 4 - Quizvraag

Voor de productie van houten meubelen is hardhout nodig. Hardhout wordt steeds schaarser. Dit betekent:
A
De vraag naar hardhout daalt
B
Er is steeds minder hardhout beschikbaar.
C
De prijs voor hardhout daalt.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de gevolgen van milieuschade?

A
Leefgebieden van dieren verdwijnen.
B
In de zomer mag je niet zwemmen in het zwembad.
C
Mensen hebben geen geld meer om naar het buitenland op vakantie te gaan.

Slide 6 - Quizvraag

De consumptie stijgt door: 
– een hoger aantal inwoners (bevolkingsgroei); 
– een hoger gemiddeld inkomen.
Stijging van de consumptie leidt tot: 
– meer vraag naar producten; 
– meer productie door de bedrijven (economische groei). 

Slide 7 - Tekstslide

Economische groei vereist: 
– groei van de werkende bevolking; 
– toepassing van nieuwe technieken; 
– meer grondstoffen, energie en ruimte. 

De natuur beperkt de economische groei als: 
– er gebrek aan grondstoffen ontstaat; 
– er gebrek aan ruimte ontstaat. 

Slide 8 - Tekstslide

Door economische groei kan milieuschade groter worden. Productie en consumptie veroorzaken milieuschade door: 
– het verbruik van grond-stoffen; 
– het verbruik van energie; 
– het ontstaan van afvalstoffen. 
Afvalstoffen leiden tot meer vervuiling van: 
– lucht; 
– water; 
– bodem. 

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen van milieuschade kunnen zijn: 
– het aantasten van de gezondheid; 
– een ander klimaat; 
– het uitsterven van planten- en diersoorten; 
– het schaarser worden van grondstoffen en energie; 
– het kleiner worden van natuurgebieden en stiltegebieden.

Slide 10 - Tekstslide