schrijven opdracht 44 en verder

veel- ......-........
overtreffende trap
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

veel- ......-........
overtreffende trap

Slide 1 - Open vraag

Welke woorden gebruik je niet als je tegen een docent spreekt?

Slide 2 - Woordweb

Aan het einde van de les kan je:
-het verschil tussen formeel en informeel aanwijzen

-Een correcte en nette zakelijke mail schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Formeel en informeel
Formeel: Zakelijk, beleefd, afstandelijk + net taalgebruik
(Volgens de regels)
vb: Beste heer/mevrouw, met vriendelijke groet

Informeel: Persoonlijker (Meer vrijheid in schrijven)
vb: Hoi, hey, doei grapjes

Slide 5 - Tekstslide

Een zakelijke email
A
formeel
B
informeel

Slide 6 - Quizvraag

Hey Bro! Ik heb een vraagje
A
formeel
B
informeel

Slide 7 - Quizvraag

Beste mevrouw,

Graag wil ik u een vraag stellen
A
formeel
B
informeel

Slide 8 - Quizvraag

Theorie
Regels:

  • Aanhef: Beste meneer De Groot of Geachte meneer De Groot,
  • Begin je mail niet met Ik.
  • Spreek de persoon aan met u.
  • Sluit af met een beleefde groet ( hier achter een komma)
  • Hieronder je voor- en achternaam. 
  • Controleer je mail voordat je de mail verzendt.
  • Na de aanhef en je slotgroet druk je twee keer op enter.

Slide 9 - Tekstslide

Een zakelijke of formele mail stuur je
A
naar je beste vrienden
B
naar bedrijven of instellingen
C
Naar mensen die je niet kent
D
naar volwassenen

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef voor een zakelijke mail.
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Hallo,
C
Beste meneer, mevrouw
D
Hey heer, mevrouw,

Slide 11 - Quizvraag

In een zakelijke email spreek je de ander aan met 'U'
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste afsluiting, slotgroet voor een zakelijke mail.
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet

Slide 13 - Quizvraag

Onder de slotgroet zet je ....
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam

Slide 14 - Quizvraag

In een zakelijke email is het nodig om je adres en telefoonnummer te vermelden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste afsluiting, slotgroet voor een zakelijke mail.
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet

Slide 16 - Quizvraag

Beste mevrouw Jaspers,
ik wil je vragen om mijn ouders te bellen. Zij weten ff niet de code van me wachtwoord. Misschien kan je die opzoeken?
Doei,
Ayoub Montell


geachte meneer pieters

Morgen moeten wij voor gym een korte broek meenemen.
Ik heb geen korte gymbroek, Mag ik ook in lange broek komen.
Hartelijke groet
Priscilla 

Slide 17 - Tekstslide