In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Formele e-mail
Doel:
Herhalen formele e-mail
Een correcte en nette zakelijke mail schrijven.
Slide 1 - Tekstslide
Een zakelijke email
A
formeel
B
informeel
Slide 2 - Quizvraag
Formeel en informeel
Formeel: Zakelijk, beleefd, afstandelijk + nette taalgebruik (Volgens de regels) vb: Geachte heer/mevrouw, met vriendelijke groet
Informeel: Persoonlijker (Meer vrijheid in schrijven) vb: Hoi, hey, doei
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer formeel of informeel?
Hangt af van:
1) Doelgroep: Leeftijd, status, relatie 2) Doel van tekst 3) Afzender: in eigen naam of voor een bedrijf
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Een zakelijke of formele mail stuur je
A
naar je beste vrienden
B
naar bedrijven of instellingen
Slide 6 - Quizvraag
Kies de juiste aanhef voor een zakelijke mail.
A
Hallo meneer/mevrouw,
B
Geachte meneer / mevrouw,
C
Geachte meneer/ mevrouw
D
Hoi meneer / mevrouw,
Slide 7 - Quizvraag
In een zakelijke email spreek je de ander altijd aan met 'U'
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Kies de juiste afsluiting, slotgroet voor een zakelijke mail.
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet
C
Met vriendelijke groet,
D
Groeten
Slide 9 - Quizvraag
Onder de slotgroet zet je ....
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam
D
niks
Slide 10 - Quizvraag
Een zakelijke mail bevat...
A
Alleen hoofdzaken
B
Veel bijzaken
Slide 11 - Quizvraag
In een zakelijke email is het belangrijk om je voor- en achternaam te noemen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Theorie
Regels:
Aanhef: Beste meneer De Groot, of Geachte meneer/mevrouw,
Geef geen overbodige informatie.
Spreek de persoon aan met u.
Bedank de ander voor het lezen van de mail ('Alvast bedankt.').
Sluit af met een beleefde groet, denk weer aan de komma.
Hieronder je voor- en achternaam.
Controleer je mail voordat je de mail verzendt.
Slide 13 - Tekstslide
Hou rekening met:
- Geachte Heer of mevrouw (Geen voornaam)
- Gepast onderwerp - Correcte aanhef - Formeel taalgebruik - Je stelt jezelf voor - Reden waarom je instantie contacteert/ probleem - Wat wil je bereiken met deze mail? Maak duidelijk wat je wil zeggen of vragen - Sluit netjes af.
- Houd rekening met het aantal woorden!
Slide 14 - Tekstslide
OPDRACHT:
Verbeter de mail die je gister gemaakt hebt met behulp van de feedback die je nu gehad hebt. Schrijf de mail op papier en lever deze aan het einde van de les in.