les 2: De voedselproductie

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les 2: De voedselproductie

Welkom!

Ga zitten en lees les 2.

Wat gaan we doen?

• Huiswerk nakijken
• leerdoelen
• lesstof behandelen
• opdrachten maken

Lesdoelen

• Je weet hoe het komt dat de voedselafdruk steeds groter wordt.
• Je weet wat de begrippen schaalvergroting en intensivering zijn. 

• Je begrijpt waarom er steeds meer ruimte nodig is om voedsel te telen.
•  Je weet op welke manier we duurzamer met voedsel om kunnen gaan.

In Nederland hebben wij: 

• Meer dan 12 mln. varkens

• Meer dan 3,8 mln. runderen.

• Meer dan 100 000 000 mln. kippen.

 

voedselafdruk

De ruimte die nodig is om je voedsel te verbouwen.

Schaalvergroting

• Grotere bedrijven, minder soorten gewassen (of 1 soort = monocultuur)
  

• Voordeel:  minder verschillende machines nodig -> prijs product omlaag -> concurrentie aan. 
  
• Nadeel: afname biodiversiteit: minder soorten planten en dieren op aarde. (Gewassen of dieren waar we niets aan hebben, sterven uit.)

Schaalvergroting

 Dit is makkelijk voor de

  boeren. Ze kunnen enorme

  stukken land in één keer

 oogsten. Alleen groeit

hier ook niks anders meer.

Zonder schaalvergroting

Hier groeien veel meer

soorten planten. Dit is goed  

voor de biodiversiteit, maar    

het werk van de boer    

wordt wel moeilijker  

en duurder.

intensivering

intensivering: Opbrengsten per dier of hectare land zo groot mogelijk maken -> kennis en geld nodig.

kennisintensief = Veel kennis voor het productieproces.

kapitaalintensief = Een productieproces waarbij veel machines worden gebruikt en weinig mensen werken.

opdracht

Er zijn verschillende mogelijkheden om wel duurzaam met voedsel om te gaan. 

Welke 4 mogelijkheden zijn dit. Kijk in je boek. 

Duurzame voedselproductie

Hoe?

1. Minder weggooien / geen verspilling

2. Ruimte besparen door voedselfabrieken te bouwen 

3. Biologische landbouw (geen / minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken)

4. Genetische modificatie (gewassen aanpassen zodat ze tegen droogte en ziekten kunnen)

Wat verandert er in de voedselindustrie?

Best veel. We kijken naar schaalvergroting, intensivering en biologisch voedsel.

Biologisch

Biologische landbouw gebruikt minder bestrijdingsmiddelen en geeft dieren meer ruimte.

Schaalvergroting

Bedrijven maken heel veel van hetzelfde soort voedsel. Ze kunnen dit zo veel efficiënter doen

Intensivering

Bedrijven die aan intensivering doen gebruiken kennis en geld voor een hogere opbrengt. Dit zit vol met moderne technologie.

Door een beperkt aantal gewassen te verbouwen zal de biodiversiteit

1. toenemen
2. afnemen

Wat gaat er waarschijnlijk gebeuren met arme landen die rijker worden?

1. Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
2. Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk blijft hetzelfde.
3. Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
4. Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk krimpt.

Het tropisch regenwoud moet plaats maken voor akkers. Door de akkers neemt de biodiversiteit in het gebied

1. toe
2. af

Maken 

• werkblad van les 2
• check up les 2
• begrippenlijst invullen