les 2: De voedselproductie

Les 2: De voedselproductie
Welkom!
Ga zitten en lees les 2.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 2: De voedselproductie
Welkom!
Ga zitten en lees les 2.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat schaalvergroting en intensivering zijn en hoe je duurzamer voedsel kunt produceren.

  • Je begrijpt waarom er steeds meer ruimte nodig is om voedsel te telen en op welke manier we duurzamer met voedsel om kunnen gaan.

  • Je kunt met kaarten aantonen dat er tropisch regenwoud verdwijnt voor landbouw.

Slide 2 - Tekstslide

In Nederland hebben wij: 
  • Meer dan 12 mln. varkens

  • Meer dan 3,8 mln. runderen.

  • Meer dan 100 000 000 mln. kippen.


 

Slide 3 - Tekstslide

voedselafdruk
De ruimte die nodig is om je voedsel te verbouwen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schaalvergroting
  • Grotere bedrijven, minder soorten gewassen (of 1 soort = monocultuur)
  • Voordeel:  minder verschillende machines nodig. Ook kennis van 1 product.
  • Nadeel: afname biodiversiteit: minder soorten planten en dieren op aarde. Gewassen of dieren waar we niets aan hebben, sterven uit.
  • Gaat samen met intensivering:  zoveel mogelijk opbrengst te halen van een dier of een hectare grond. 
Schaalvergroting
 Dit is makkelijk voor de
  boeren. Ze kunnen enorme
  stukken land in één keer
 oogsten. Alleen groeit
hier ook niks anders meer.
Zonder schaalvergroting
Hier groeien veel meer
soorten planten. Dit is goed  
voor de biodiversiteit, maar    
het werk van de boer    
wordt wel moeilijker  
en drdeuur

Slide 6 - Tekstslide

intensivering
kennisintensief = Veel kennis nodig voor het productieproces.


kapitaalintensief = Een productieproces waarbij veel machines worden gebruikt en weinig mensen werken.

Slide 7 - Tekstslide

Wat verandert er in de voedselindustrie?
Best veel. We kijken naar schaalvergroting, intensivering en biologisch voedsel.
Biologisch
Biologische landbouw gebruikt minder bestrijdingsmiddelen en geeft dieren meer ruimte.
Schaalvergroting
Bedrijven maken heel veel van hetzelfde soort voedsel. Ze kunnen dit zo veel efficiënter doen
Intensivering
Bedrijven die aan intensivering doen gebruiken kennis en geld voor een hogere opbrengt. Dit zit vol met moderne technologie.

Slide 8 - Tekstslide

Duurzame voedselproductie 
Productie waarbij:
  • de grond niet uitgeput raakt. 
  • natuurlijke hulpbronnen niet opraken.
  • de omgeving niet vervuild raakt
  • milieu niet aangetast wordt.

Slide 9 - Tekstslide

opdracht
Er zijn verschillende mogelijkheden om wel duurzaam met voedsel om te gaan. 
Welke 4 mogelijkheden zijn dit. Kijk in je boek. 

Slide 10 - Tekstslide

Duurzame voedselproductie
Hoe?
1. Minder weggooien / geen verspilling
2. Ruimte besparen door voedselfabrieken te bouwen 
3. Biologische landbouw (geen / minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken)
4. Genetische modificatie (gewassen aanpassen zodat ze tegen droogte en ziekten kunnen)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Door een beperkt aantal gewassen te verbouwen zal de biodiversiteit
A
toenemen
B
afnemen

Slide 13 - Quizvraag

Wat gaat er waarschijnlijk gebeuren met arme landen die rijker worden?
A
Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
B
Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk blijft hetzelfde.
C
Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
D
Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk krimpt.

Slide 14 - Quizvraag

Het tropisch regenwoud moet plaats maken voor akkers. Door de akkers neemt de biodiversiteit in het gebied
A
toe
B
af

Slide 15 - Quizvraag

Maken 
  • werkblad van les 2
  • Huiswerk: check up les 2

Slide 16 - Tekstslide