7ai4V schrijven les 4 (betoog 2)

7ai4V voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
- over het IE 
-IE onderdeel schrijven (algemeen)
- zakelijke brief - afronding
- betoog les 2

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7ai4V voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
- over het IE 
-IE onderdeel schrijven (algemeen)
- zakelijke brief - afronding
- betoog les 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

IE: wat hebben we al gedaan?
spreken - ik ben nog niet toegekomen aan het beoordelen, maar je krijgt écht feedback in cum laude
gesprekken voeren - helaas niet gedaan, maar je hebt wel kennis van de theorie 
schrijven - je krijgt feedback op je zakelijke brief via cum laude

Slide 3 - Tekstslide

Onderdeel 2: betoog
De tweede schrijfopdracht in het examen is een betoog. In de eerste les hebben we ons verdiept in het type tekst en heb je een opzet gemaakt voor jouw betoog. 
Je zult merken dat de theorie van het betoog veel lijkt op de theorie van presenteren. Trap nou niet in de valkuil dat je je spreektaal gebruikt in je betoog. Gebruik formele, nette woorden. Bij twijfel: oefen op cambiumned of in het B-boek extra met formele/informele taal. 

Slide 4 - Tekstslide

Sleepvraag: opbouw
In de vorige les hebben we al een beetje de opbouw van een betoog aangestipt. Eens kijken of je het nog weet. 
In de volgende pagina staat een sleepvraag. Sleep in de goede volgorde de onderdelen van jouw betoog. 

Slide 5 - Tekstslide

inleiding
middenstuk
slot
standpunt benoemen
tweede argument met onderbouwing
eerste argument met onderbouwing
derde argument met onderbouwing
tegenargument met weerlegging
standpunt herhalen
aandacht trekken (anekdote of vraag)
onderwerp introduceren
argumenten herhalen
uitsmijter / verhaal rond maken

Slide 6 - Sleepvraag

Tot slot nog wat laatste aandachtspunten
Voordat je je betoog echt gaat maken, wil ik je nog even kort wijzen op wat aandachtspunten. We behandelen kort: 
  • goed beginnen
  • alinea's 
  • signaalwoorden
  • goed eindigen
  • lay-out
  • kleinere valkuilen

Slide 7 - Tekstslide

Goed beginnen
Net als bij de presentatie is het begin van je betoog allesbepalend. Als lezer zijn de eerste zinnen een reden om wel of juist niet verder te lezen. Denk daarom voordat je begint dus goed na over de volgende zaken:
- wie is mijn publiek?
-wat spreekt hen aan?
- waarom is dit betoog voor hen relevant?
- hoe trek ik hen mijn verhaal in?

Maar doe me één groot plezier en begin NIET met jezelf voor te stellen en dat je voor Nedrelands een betoog moet schrijven. 

Slide 8 - Tekstslide

Goed beginnen deel 2
Stel je voor dat:
- je een lastig onderwerp hebt
- je doelgroep minder ontwikkeld is dan jij
- je graag slim over wilt komen om te overtuigen (autoriteit aanspreken)

Dan kun je er voor kiezen om in de alinea na de inleiding je publiek te informeren over de feiten rondom je onderwerp. Zo creëer je een beetje een bedje waar je argmenten soepel in glijden. 

Slide 9 - Tekstslide

Ieder nieuw argument of onderdeel uit mijn opzet begin ik in een nieuwe alinea
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Tussen alle aliena's doe ik een witregel
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Alineagebruik (uitleg)
Het is belangrijk dat je alinea's van elkaar schijdt met witregels.
De volgende onderdelen verdienen een eigen alinea:
- inleiding
-een informatief stuk waarin je de lezer wat vertelt over het onderwerp
(let op: dit is niet verplicht he? het kan je betoog sterker maken, maar hoeft niet)
-eerste argument voor met onderbouwing
- tweede argument voor met onderbouwing
-derde argument voor met onderbouwing
-tegenargument met weerlegging
- slot

Slide 12 - Tekstslide

Signaalwoorden zijn belangrijk voor
A
de zinsbouw
B
de samenhang in je verhaal
C
de lezer om overzicht te houden
D
jezelf om de draad vast te houden

Slide 13 - Quizvraag

Signaalwoorden (uitleg)
Signaalwoorden zijn van groot belang voor de samenhang van de tekst. Zet deze dus goed in!
Je kunt de signaalwoorden bijvoorbeeld binnen zinnen inzetten. 

Maar je kunt signaalwoorden ook inzetten aan het begin van je alinea. Hiermee geef je de lezer duidelijk aan wat er gaat komen. 

Kijk nog eens terug naar de tekst over de schooluniformen. Hoe deed die schrijfster dat? 

Slide 14 - Tekstslide

Goed eindigen
Zoals je in de sleepopdracht kon zien, bevat een goed slot de volgende zaken:
- je standpunt nog een keer noemen
- je argumenten kort herhalen
let hierbij erop dat je alleen je hoofdargumenten kort herhaalt. onderbouwingen, tegenargumenten en weerleggingen herhaal je niet. Gebruik labels om je argumenten te herhalen (zie debatteren)
- je verhaal rond maken.
Dit doe je door terug te gaan naar het begin en/of te eindigen met een uitsmijter.

Slide 15 - Tekstslide

De titel van de tekst is
A
vetgedruk
B
gecentreerd
C
een zin met aan het einde een punt
D
kort maar krachtig

Slide 16 - Quizvraag

om de layout nog duidelijker te maken
A
maak ik mijn standpunt vet en onderstreept
B
gebruik ik vetgedrukt kopjes
C
gebruik ik capslock bij belangrijke passages
D
kies ik een mooi lettertype

Slide 17 - Quizvraag

Layout (uitleg)
voor de titel gelden de volgende aandachtspunten:
- niet te kort, niet te lang
-zeker geen hele zin met een punt aan het eind (sowieso geen punt)
- vetgedrukt
-gecentreerd mag, maar hoeft niet perse

Kopjes boven alinea's zijn zeker aan te raden. aandachtspunten:
- kort (liefst 1 woord)
-vetgedrukt
- geen punt erachter

Slide 18 - Tekstslide

tot slot: kleinere valkuilen bij het schrijven
- schrijf de titel als laatst
zo voorkom je dat je als een idioot een half uur naar een leeg blad staart én als je tekst af is heb je vaak een beter idee voor de titel.
- zet je opzet even kort op het papier
Dit helpt je met de samenhang in je verhaal. als je dan over y begint te typen weet je, nieuw onderwerp: dit hoort hier niet.
- laat het eerst even gebeuren- schrijf door! 
Het belangrijkste is dat je eerst je betoog gaat typen. Controle op spelling en punten kan later. Ga niet panisch na iedere alinea jezelf checken, dit verstoort het proces



Slide 19 - Tekstslide

Na het schrijven : controleer je werk grondig
- wees kritisch op spreektaal
Zoals eerder genoemd, het sluipt erin. Let erop dat je formele taal gebruikt en niet spreektaal. Oefen hier desnoods nog even mee. 
- let op herhaling
Het is veelvoorkomend dat je jezelf in argumetnen gaat herhalen. Let hierop. De enige herhaling zit in het slot. 
- kijk kritisch naar de lengte van je zinnen
Liever een punt te veel, dan een onbegrijplijke zin
- kijk kritisch naar je spelling 
Haal zoveel mogelijk fouten eruit. Dit kun je doen door de tekst te printen en van papier te lezen

Slide 20 - Tekstslide

OPDRACHT
Tot zo ver de theorie. Nu jij! 
Schrijf je betoog over de stelling:
"Van mensen die de corona-maatregelen schenden moet het paspoort een jaar worden ingenomen"

- het betoog is getypt in Word
- het betoog bevat minimaal 400 woorden
- het betoog bevat minimaal 3 argumenten voor
-het betoog bevat minimaal 1 tegenargument met weerlegging
-het betoog is overtuigend en ook informatief

Slide 21 - Tekstslide

Afronding en huiswerk
Lever uiterlijk 14 juni je betoog in bij INLEVEROPDRACHT BETOOG in Cum Laude. Ik beoordeel deze. 

Aanstaande dinsdag: laatste examendoorloop, ruimte voor stellen vragen. IEDEREEN AANWEZIG! 

Heb je vragen of kom je er niet uit, neem contact met op!

Slide 22 - Tekstslide