Les 2 Oplossen en indampen van zouten

Zouten

Oplossen en indampen

Leerdoelen

Na afloop van deze les:

• kun je op microniveua uitleggen hoe een zoutoplossing stroom geleidt
• kun je uit Binas45A afleiden of een zout goed, matig of slecht oplosbaar is
• kun je het oplossen van een zout weergeven in een oplosvergelijking
• kun je het indampen van een zoutoplossing weergeven in een indampvergelijking
• ken je de namen en notaties van de zoutoplossingen in tabel 4.3

Demonstratieproef 4

de docent lost verschillende zouten op in water en meet de stroomgeleiding van de oplossing die ontstaat

Welke deeltjes zorgen voor stroomgeleiding in een zoutoplossing?

1. atomen
2. moleculen
3. ionen
4. elektronen

welk zout loste het beste op?

1. natriumchloride
2. calciumcarbonaat
3. calciumsulfaat

Wat gebeurt er op microniveau bij het oplossen van een zout?

1. de ionen gaan harder trillen
2. de ionen laten elkaar los en gaan vrij bewegen
3. de ionen gaan in een rooster zitten
4. de zoutkorrels verdwijnen

Wat wordt bedoeld met een "verzadigde" oplossing?

Welke 3 positieve ionen geven altijd een goed oplosbaar zout? Gebruik Binas 45A

Welk negatief ion geeft altijd een goed oplosbaar zout? Gebruik Binas 45A

Eigen werk

OEFENEN:

oplosvergelijking opstellen: opgave 16

indampvergelijking opstellen: opgave 17

triviale namen en tabel 4.3: opgave 18 en 19

LEREN: tabel 4.1 tm 4.3