In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
steunles hfst 1
maar ook Rekenen aan mengsels
Slide 1 - Tekstslide
boek open pag 16
Slide 2 - Tekstslide
Van vloeibaar naar vast
Van gas naar vast
Van vloeibaar naar gas
Rijpen
Stollen
Verdampen
Slide 3 - Sleepvraag
Fasedriehoek
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Het absolute nulpunt is bij -273°C
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
boek open pag 18
Slide 9 - Tekstslide
Een mengsel bestaat uit 2 verschillende soorten moleculen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Bij het tijd - temperatuur diagram van een mengsel zie je een stoltraject.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
boek open pag 19
Slide 12 - Tekstslide
Massapercentage
Bij een vaste stof gaat het om massa.
Daarom gaat het over massapercentage.
Massapercentage betekent:
Hoeveel gram van een stof zit in 100
gram van een mengsel.
Slide 13 - Tekstslide
Volumepercentage
Bij een vloeistof gaat het om volume.
Daarom gaat het om volumepercentage.
Volume percentage betekent:
Hoeveel mL van een stof zit in 100 mL
van een mengsel
Slide 14 - Tekstslide
Rekenen met massa- en volumepercentage
Gebruik een verhoudingstabel!
Voorbeeld: Hoeveel procent vet zit in pinda's?
Bij een onderzoek naar het vetgehalte in pinda's blijkt in 16 gram pinda's 8,32 gram vet te zitten. Hoe groot is het massapercentage vet?
Slide 15 - Tekstslide
Oplosbaarheid
Hoeveel gram van een stof dat kan oplossen in 1 L vloeistof.
Slide 16 - Tekstslide
Onverzadigd, verzadigd en oververzadigd
Oplosbaarheid zout in water = 359 g/L
50 g/L
359 g/L
450 g/L
Slide 17 - Tekstslide
Oplosbaarheid
Oplosbaarheid kan je berekenen met de formule:
Voorbeeld: Wat is de oplosbaarheid van suiker in water?
In 250 mL water doe je zoveel suiker tot je een verzadigde oplossing krijgt. Je hebt dan 510 gram suiker opgelost. Bereken de oplosbaarheid van suiker.
Slide 18 - Tekstslide
Volumepercentage
Massapercentage
Aantal gram stof per 100 gram mengsel
Aantal mL stof per 100 mL mengsel
Slide 19 - Sleepvraag
Wat is oplosbaarheid?
A
Aantal gram dat je kan oplossen in 100 mL
B
Aantal mL dat je kan oplossen in 1 L
C
Aantal gram dat je kan oplossen in 1 L
Slide 20 - Quizvraag
Bij een verzadigde oplossing is de maximale hoeveelheid van een stof in een vloeistof opgelost
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Er zit 200 gram zout in een mengsel van zand en zout. Dat mengsel weegt 800 gram. Wat is het massapercentage zout?
A
20 %
B
25 %
C
40 %
D
4 %
Slide 22 - Quizvraag
Het percentage alcohol in wijn is 12%. Hoeveel alcohol zit er dan in een liter wijn?
A
0,12 L
B
0,012 L
C
12 L
D
1,2 L
Slide 23 - Quizvraag
30mL mayonaise bevat 80% olie. welk percentage kan je uitrekenen?
A
massapercentage
B
volumepercentage
Slide 24 - Quizvraag
In 250gram RedBull is 0,1gram cafeïne opgelost. Wat is het percentage cafeïne in deze energiedrank?
A
0,01%
B
4%
C
25%
D
0,04%
Slide 25 - Quizvraag
In 200 gram suikerwater is 50 gram suiker opgelost Wat is het massa percentage? (om over na te denken, wat is de totale massa?)
A
4,0 %
B
5,0 %
C
20 %
D
25 %
Slide 26 - Quizvraag
Oplosbaarheidstabel (BINAS Tabel 35)
In de oplosbaarheidstabel zoek je op welke letter op het kruispunt staat.
s slecht oplosbaar
m matig oplosbaar
g goed oplosbaar
- bestaat niet of reageert met water
Slide 27 - Tekstslide
Wat is de juiste omschrijving van oplosbaarheid?
A
Geeft aan of een stof oplost
B
Maximaal aantal gram dat in een vloeistof kan oplossen
C
Het aantal gram stof dat in een liter vloeistof oplost
D
Het aantal gram dat maximaal in een liter vloeistof oplost
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de maximale oplosbaarheid bij 25 graden Celsius.
A
250 gL-1
B
200 gL-1
C
225 gL-1
D
275 gL-1
Slide 29 - Quizvraag
De oplosbaarheid van suiker in water is 2000g/L. Hoeveel suiker kan je maximaal oplossen in 234mL?
A
234g
B
58,5g
C
468g
D
117g
Slide 30 - Quizvraag
We kunnen in 200 mL water maximaal 165 gram soda oplossen. De oplosbaarheid van soda is?