Bs 3 vruchtbaar worden bs4 zwanger worden mavo

Wat gaan we doen?
Nakijken/vragen over het huiswerk?
klaar? Lezen BS3 vruchtbaar worden
Uitleg BS3
uitleg BS4

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Nakijken/vragen over het huiswerk?
klaar? Lezen BS3 vruchtbaar worden
Uitleg BS3
uitleg BS4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 3: Vruchtbaar worden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
4.3.6 Je kunt uitleggen hoe zaadcellen en eicellen worden gevormd.
4.3.7 Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Vanaf de puberteit zorgen hormonen voor de productie van zaadcellen en de rijping van eicellen. Vanaf dat moment ben je vruchtbaar.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat vruchtbaarheid betekent

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend vruchtbaar?

Eicellen en zaadcellen zijn de geslachtscellen van de mens --> hieruit kan een nieuw mens ontstaan

Vruchtbaarheid is het vermogen om voort te planten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorming zaadcellen
Vanaf de puberteit
Door geslachtshormonen

Teelballen: miljoenen per dag
Opgeslagen in de bijballen

Tot hoge leeftijd

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De teelbal en de bijbal liggen niet voor niks in de balzak en niet in de buikholte. Waarom zou dit zijn?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mannelijk voortplantingsstelsel

*  Teelballen en bijballen liggen in de balzak.

*  De temperatuur is hier 2 graden lager. Dit is gunstig voor

    de vorming van zaadcellen.

*  Temperatuur toch te hoog? Grotere hoeveelheid misvormde

     zaadcellen. 

 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vorming van sperma
  • In de teelballen worden zaadcellen gevormd
  • In de bijballen worden deze tijdelijk opgeslagen (3 maanden)
  • De zaadblaasjes voegen vocht en voedingsstoffen toe
  • De prostaat voegt vocht toe

  • Het vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat
     samen met de zaadcellen noem je sperma.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijping eicel
Bij de geboorte hebben vrouwen alle eicellen in de eierstokken.

Vanaf puberteit:
1x per 4 weken rijping

Ovulatie of eisprong
  • De eicel komt vrij van eierstok -> eileider
  • 24 uur in leven

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overgang/menopauze
  • Vanaf +/- 50 jaar oud, worden er steeds minder hormonen aangemaakt. 
  • De vrouw komt dan in de overgang
  • Na de overgang rijpen er geen eicellen meer.
  • Een vrouw kan niet meer zwanger worden. 
  • Ze wordt niet meer ongesteld.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatie
  • Menstruatiecyclus
  • Duurt gemiddeld 28 dagen 
  • Baarmoederslijmvlies groeit om een bevruchte eicel op te vangen.
  • Bij de menstruatie wordt het slijmvlies afgebroken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus 
  •        Menstruatie            Ovulatie                     menstruatie ongesteldheid

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Als de eerste dag van de menstruatiecyclus 4 januari is.
 Welke dag begint dan haar nieuwe menstruatiecyclus? 
A
1 februari
B
7 februari
C
14 februari
D
10-15 januari

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de menstruatiecyclus is dag 1...
A
De eisprong
B
Begin van de menstruatie
C
Eind van de menstruatie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiemiddelen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

menstruatiemiddelen 
- maandverband 
- tampon 
-  menstruatiecup

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 4, Zwanger worden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
4.4.8 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
4.4.9 Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt.
4.4.10 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
4.4.11 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Als een zaadcel de eicel na de ovulatie bevrucht, kan de eicel in leven blijven. De bevruchte eicel kan in de baarmoeder uitgroeien tot een kind.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erectie
Zwellichamen zorgen voor een erectie.

Bij een erectie wordt er extra bloed naar de zwellichamen gepompt. 
Deze worden dan groter en harder. 

Zwellichamen zijn GEEN spieren. Je kan ze niet aanspannen of ontspannen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erectie    
  • De penis kan stijf worden, dit heet een erectie.
  • Dit wordt veroorzaakt doordat de zwellichamen zich met bloed vullen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erectie
  • Inbrengen zaadcellen bij vrouw
  • slap - stijf
  • stijve of erectie 
  • zwellichamen die worden gevuld met bloed 
  • Vervelende momenten een erectie.
  • 's Nachts en 's ochtends. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwellichamen
in de clitoris
  • Net zoals bij de penis heeft de clitoris ook zwellichamen.

  • Tijdens opgewonden toestand van de vrouw vullen deze zich met bloed. Ze vormen een soort kussentjes waardoor de pens makkelijker in de vagina kan.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bevruchting vindt plaats in de eileiders.

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bevruchting
Als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel dan is dat een bevruchting.

De bevruchting 
vindt in de eileider 
plaats. 


 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Innesteling
innesteling:
Het klompje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies.

De vrouw is dan zwanger.





Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HCG vanaf innesteling

vanaf innesteling zwanger

Eerste 8 weken na bevruchting --> embryo

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Placenta
Rond de vlokken en de uitstulpingen van de blastula vormt de placenta
Het embryo is door de navelstreng verbonden
met de placenta.

In de placenta:
  • Zuurstof en voedingsstofen van moeder 
      naar het embryo
  • Afvalstoffen van het embryo naar 
      de moeder

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de baarmoeder
Vruchtwater: de foetus drijft in vruchtwater.
Beschermt tegen:
Stoten, uitdroging en temperatuursverschillen.

Vruchtvliezen: liggen om de foetus met vruchtwater

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Echografie en prenataal onderzoek
  • Prenataal onderzoek: onderzoek of ongeboren kind ziek is en wat voor geslacht het kan hebben

Slide 30 - Tekstslide

+/- 10 weken een echo (geluidsgoven): bepalenhoeveel weken zwanger, berekening geboorte 
9-14 wkn: combinatietest --> test syndroom van Down
na 11 wkn: NIPT --> DNA onderzoek via bloed of er erfelijke ziekte is (wetenschappelijk onderzoek).
na 20 wkn: echo --> onderzoek afwijkingen hart, hersenen, organen, ledematen en geslacht
Echografie en prenataal onderzoek

Pre = voor &  nataal = de geboorte -> voor de geboorte
Echo
Combinatie-test
Nipt
(vruchtwaterpunctie
vlokkentest)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies